Korset van roomkleurige zijde met binnenvoering van wit satijn, verstevigd met baleinen. Als versiering zijn op voor- en achterpand bundels sprieten van wit PVC-materiaal met de hand genaaid. De sprieten steken aan onderkant ongeveer 2 cm uit. Aan bovenkant zijn sprieten ongelijkmatig afgeknipt, waarvan langste spriet op achterpand 85 cm uitsteekt. Sluiting middenachter door kruislings geregen veterband, middenvoor door metalen staaf waarop links metalen knopjes en rechts metalen ogen.
De uit Sleeuwijk afkomstige Mart Visser (1968) etaleerde op zijn veertiende al bij winkeliers in het dorp. De opleiding aan de modeacademie Montaigne bracht hem naar Amsterdam. Visser liep stage in New York bij Anne Klein en Koos van den Akker en werkte enige jaren als assistent van Frans Molenaar. Zijn stijl was anders dan die van opkomende tijdgenoten als Dries van Noten en Martin Margiella. Terwijl zij minimalistisch werkten, kwam Visser met chique ontwerpen waarin meters luxe stoffen en bont waren verwerkt. In zijn tijdloze creaties is een hang naar het klassieke merkbaar; eenvoud en goede materialen vormen zijn uitgangspunt. In 1993 toonde hij zijn eerste collectie. Visser begon toen aan de Geuzenkade met 'demi-couture', zoals hij het destijds zelf noemde. In 1996 verhuisde hij naar de Beethovenstraat, waar hij een gesloten couturehuis begon. Naast de halfjaarlijkse couturecollectie ontwerpt Visser ook bedrijfskleding, schoenen en tassen. ( Annemarie den Dekker)
Amsterdam Museum
Onderzoek naar en fotografie van de 20e en 21e-eeuwse kostuums van het Amsterdam Museum zijn mede mogelijk gemaakt door financiële steun van het Barbas- Van der Klaauw Fonds en het Prins Bernhard Cultuurfonds.