Ragoutlepel met ovale bak dwars op de steel. Steel met ronde kop, de voorzijde met dubbel inwaartse filetranden zonder knopje, de achterzijde met enkel lof.
Herkomst
Geschenk van B.J. van Benthem ter gelegenheid van het 75-jarig jubileum van het Amsterdams Historisch Museum, 2001
Ragoutlepels hebben een kleinere bak dan soeplepels omdat ragoutterrines kleiner waren dan die, betsemd voor soep. Deze lepel is een van een paar dat Jacob Helweg in 1823 leverde aan As. Bonebakker & Zoon. Ze zijn in de administratie van deze Amsterdamse kashouder omschreven als '1 pr: Ragoutlepels met lijsten GK 1M:1L:2 1/2E (265 gram)' (GAA, PA 406, nr. 174, fol. 87, 14-10-1823=Werkmansboek 1823, J. Helweg; vriendelijke mededeling van de heer B.J. van Benthem). Zie voor een verwante ragoutlepel van dezelfde maker uit 1824: Van Benthem 1996~2, p. 218 afb. 285. ( Bert Vreeken)