voorzijde: een vrouw in lang gewaad daalt een trap af, met in haar linkerhand een palmtak en in haar uitgestoken arm en rehterhand een lauwerkrans. Links van haar een opschrift.
keerzijde: een versierde rand met een gestrikte gemengde eiken/lauwerkrans, waarbinnen drie gevleugelde voeten tond een schijf met monogram, waarboven een inscriptie.