signatuur voorzijde: M HOLTZHEY FEC.
omschrift voorzijde: 'D AL GOEDE GODT SCHENKT ONS DIT LOT // T GOUDE FEEST / GEVIERD / 1760
signatuur keerzijde: I G HOLTZHEY.FEC.
omschrift keerzijde: ARENDT VAN DER WAEYEN EN SARA HINLOOPEN / VEREENT 15 mey 1710
bruikleen 1970
inv.nr. PB 281 in depot
Voorzijde: in een landschap staat de Dankbaarheid, gepersonificeerd als een gesluierde vrouw, die met opgeheven linkerhand een slangerond, symbool van huwelijkse trouw, vasthoudt waarin de letter L (Romeinse cijfer 50) staat. Met haar rechterhand schenkt zij een offerschaal leeg op een brandend, met een guirlande omkranst, door hemellicht bestraald altaar. Achter haar ligt een omgekeerde, rijk gevulde hoorn van overvloed.
Keerzijde: een vlammend altaar waartegen leunen de door een slang omkronkelde spiegel der waarheid en een boek met op de voorzijde het wapen van Amsterdam en de letters S[enatus] C[onsulto], verwijzend naar Van der Waeyen's raadslidmaatschap. Alliantiewapen: links, rustend op een boompje met twee appeltjes het wapen (in een schild) van Van der Waeyen; rechts twee boompjes waarvan het linker het wapen (in een ovaal) van Hinlopen draagt. Een putto met de huwelijkstoorts in de linkerhand houdt een krans boven het altaar dat door hemellicht uit de wolken, waarin het Alziend Oog, beschenen wordt.
Arent van der Waeyen (1685-1767) was lid van de vroedschap van Amsterdam van 1746 tot 1767. Tevens was hij van 1722 tot 1757 bewindhebber van de West-Indische Compagnie (WIC) voor de kamer Amsterdam. In 1760 huwde hij Sara Hinlopen (1689-1775) een nicht van de hierboven genoemde Hester Hinlopen.
Johann George Holtzhey was was evenals zijn vader Martinus medailleur en nam in 1749 diens bloeiende penningbedrijf in Amsterdam over. Beide Holtzhey’s hebben een groot penningoeuvre nagelaten. Bij deze penning heeft Johann George Holtzhey voor de voorzijde een stempel voor een algemene huwelijkspenning van zijn vader Martinus gebruikt. Hierop staat een offerende vrouw met een slangerond in de hand, waarin letter L (vijftig jaar) staat. Op de keerzijde staan rond een brandend altaar de beide familiewapens, een boompje, twee struikjes. Het boek dat geleund staat tegen het altaar, draagt het wapen van Amsterdam met de letters S(enatus) C(onsulto) als verwijzing naar de bezigheden van de bruidegom.
( Frans Weijer)