Intocht van keizer Napoleon met zijn staf op 9 oktober 1811. Bij de grens van de gemeente aan de Oetewalerweg, heeft zich een groot aantal notabelen opgesteld. De keizer, centraal geplaatst, houdt zijn schimmel in en steekt de linkerhand uit naar de sleutels van de stad, die hem door de burgemeester op een kussen worden aangeboden. Achter hem, eveneens te paard, een aantal hoge Franse officieren. Het talrijke publiek zwaait met de hoeden naar de keizer. Rechts is de grenspaal met het stadswapen afgebeeld.
Herkomst
Van Bree kreeg in 1811 opdracht van de burgemeester op instigatie van binenlandse zaken. Het schilderij werd op 15 augustus 1813 op het stadhuis onthuld.
Op 9 juli 1810 kwam er een eind aan het kortstondig bestaan van het Koninkrijk Holland onder koning Lodewijk Napoleon. Hij had zich onder andere verzet tegen een strikte handelsblokkade tegen Engeland. Daardoor was Nederland een lek in het zogeheten Continentale Stelsel. Na de inlijving bij het Franse keizerrijk had keizer Napoleon meer mogelijkheden zijn plannen uit te voeren. de gevolgen waren voor Amsterdam verschrikkelijk: in 1810 kwamen al weinig schepen binnen, ongeveer 200, in 1811 niet één meer. De werkloosheid liep sterk op, en dat in een situatie dat al een derde van de bevolking van de bedeling leefde. Om er zeker van te zijn dat in geval van een invasie in Engeland de Europese kust goed verdedigd achter zou blijven, kwam Napoleoan in 1811 de Nederlandse havens inspecteren. Na een bezoek aan Vlissingen en Middelburg kwam hij via Utrecht op 9 okotber in Amsterdam aan. Daar werd hij door een enthousiaste menigte onthaald.
Hier ziet u de intocht van keizer Napoleon met zijn staf in 1811. Bij de grens van de gemeente heeft zich een groot aantal notabelen opgesteld. De keizer, centraal geplaatst, houdt zijn schimmel in en steekt zijn rechterhand uit naar de sleutels van de stad, die hem door de burgemeester op een kussen worden aangeboden.
Vrijheid, gelijkheid en broederschap. De invloed vanuit Frankrijk op de grondwet is groot; onze eerste grondwet (1798) is geschreven naar Frans voorbeeld, 13 jaar voordat Napoleon op zijn paard Amsterdam binnenreed.
In 1811, het jaar van de intocht van Napoleon, wordt homoseksueel gedrag in Nederland gedecriminaliseerd, na tachtig jaar van heftige vervolgingen. Van letterlijk een doodzonde werden homoseksuele contacten in de privésfeer helemaal vrij, want een zonde was nog geen misdaad.
Precies een eeuw later – in 1911 – werd echter het nieuwe strafrechtartitel 248bis ingevoerd, als onderdeel van de Zedelijkheidswet. Daarbij werd onderscheid gemaakt tussen de meerderjarigheid van homoseksuelen ten opzichte van heteroseksuelen met betrekking tot seksueel contact. Heteroseksuelen mochten vanaf hun 16e jaar seksueel contact hebben, terwijl homoseksuelen strafbaar werden gesteld als ze seksueel contact hadden onder de 21 jaar. Eén van de memorabele overwinningen van de Nederlandse homobeweging is de afschaffing van dat artikel in 1971. ( Ellie Lust)