Jacob de Vos, Amsterdam, 1850-1863; legaat Arti et Amicitiae, Amsterdam, 1883-1895; mevrouw A.H. de Vos-Wurfbain, 1895; H. Koekoek Jr., Amsterdam , 1895; P. Langerhuizen Lzn/D. Franken Dzn, Londen, 1895; schenking Amsterdam Museum, Amsterdam, 1897-01-20.
Luitenant-admiraal Maarten Harpertsz. Tromp sneuvelde in de laatste der zeven grote zeelsagen die in een tijdsbestek van vijftien maanden tussen de Nederlandse en Engelse Republiek plaatsvonden. De vijand had acht weken lang met een ontzaglijke scheepsmacht onze kusten geblokkeerd. Op 10 augustus 1653 lukte het onze vlootvoogd uiteindelijk zich met het eskader van Witte de With te verenigen en de nog altijd overmachtige vijand bij Ter Heyde in het gezicht van het strand in een zeeslag te betrekken.
Terwijl Tromp de gesteldheid der vloten gadeslaat en bevelen geeft, treft een musketkogel hem in de borst zodat hij neerstort en bijna terstond de geest geeft. Dit noodlottig geval zou de algehele nederlaag van onze vloot tot gevolg gehad kunnen hebben. Men hield de tegenslag echter verborgen en de later zo beroemde Cortenaer, kapitein van het admiraalsschip, bleef de vlag voeren tot de Engelsen van onze kusten verdwenen.
De dood van Tromp was een ramp voor de staat, want hij was de ziel en de kracht van onze vloot, een onovertroffen admiraal en een edel mens, die door het zeevolk aanbeden werd. ( Dedalo G. Carasso)