signatuur/datering links op stoelleuning: C. Troost. 1740
overdracht
inv.nr. SA 986
Aan een tafel drie zittende en een staande heer. Zij dragen allen pruiken. De centrale figuur, in rode jas, heeft een ganzeveer in de hand, de rechts gezetene een blad papier waarop hij wijst. Ze hebben de blik op de beschouwer gericht. Links, een papier in de hand, de binnenvader van het huis.
Herkomst
Oudezijds Huiszittenhuis, Regentenkamer; in 1808 bij de ontruiming van het Oudezijds overgebracht naar het Nieuwezijds Huiszittenhuis; in 1873 naar het Werkhuis (later Gem. Verzorgingshuis, Roetersstraat); in 1912 naar het Bureau van Maatschappelijke Steun in de Reguliersdwarsstraat; vandaar in 1938 naar het museum; bruikleen aan Rijksmuseum, 1946-1965
Zonder twijfel het door Van Gool vermelde stuk van Troost "voor de Heeren Regenten van 't Huiszittenhuis". Wagenaar is preciezer; hij vermeldt als aanwezig in de Regentenkamer van het Oudezijdshuiszittenhuis een regentenstuk: "in den jaare 1740, door Cornelis Troost, gedaan" (Wagenaar II; Wagenaar III, vermeldt van Troost "Regenten van het Oude Zyds Huiszitten Huis"). Stellig is ons schilderij ook identiek met een werk dat in 1787 als volgt in het Oudezijdshuiszittenhuis wordt vermeld: "Een stuk geschilderd door C. Troost in 1740 verbeeldende mr. v. der Lip, Michielsz, Marcelis en Wiltens met den binnenvader De Somville" (Oldewelt). Niemeijer vermeldt ook de voornamen der regenten, Krielaart de periode waarin zij zitting hadden: Mr. Daniel van der Lip Mzn (1721-1758), Jan van Marselis (1738-1745), Jacob Elias Michielsz (1726-1745) en Wijnand Wiltens (1739-1785).
Niemeijer stelt dat de opdracht wellicht te danken was aan Elias, die toneeldichter was en bevriend was met lieden met wie Troost contact had vanwege zijn eigen werkzaamheden voor het toneel. In de man rechts herkent hij Wiltens. Deze “wijst op een brief waarop staat: Zee Burg (herberg aan de Diemerdijk en eigendom van het Huiszittenhuis)". Het schilderij is Troosts laatste groepsportret. Mogelijk hoort het tot de stukken die J.A. Dawaille in 1822 restaureerde (Niemeijer). Zie ook onder cat.nr. 355. ( Albert Blankert)
Tentoonstellingstekst
Het Huiszittenhuis was een van de talrijke instellingen voor de opvang van behoeftigen in Amsterdam. Dergelijke tehuizen werden bestuurd door colleges van regenten en regentessen, die deel uitmaakten van het regeringspatriciaat en de burgerij daar direct onder. Al in de 17e eeuw werd het gebruikelijk dat deze besturen zich op eigen kosten officieel in functie lieten portretteren. Deze schilderijen werden in de regentenkamers opgehangen.