Vervaardigd voor het gemeentelijk paviljoen op de ENTOS (Eerste Nederlandsche Tentoonstelling op Scheepvaartgebied) op de Buiksloterham en in de Tolhuistuin, ten Noorden van het IJ. Onderdeel van een serie van twaalf havenschilderingen.
Tussen het IJ-eiland en de Oostelijke Handelskade was aan het begin van de twintigste eeuw een verbindingsdam aangelegd. Aan de oostelijke zijde van deze dam had men uitzicht op de Ertshaven en aan de westelijke zijde op de IJ-haven. Hobbe Smith koos ervoor om vanaf de verbindingsdam de IJ-haven in westelijke richting weer te geven, met zicht op de thuishaven van de Nederlandse Stoomvaart Maatschappij ‘Oceaan’ (NSMO). Hij schilderde een zogenaamde ‘blauwpijper’, afgemeerd aan de Javakade, en op de achtergrond ‘geelpijpers’uit de vloot van Stoomvaart Maatschappij Nederland.
Omdat er alleen onder Nederlandse vlag gevaren mocht worden op havens in Nederlands-Indië, richtte de Engelse maatschappij A. Holt & Co in 1891 de NSMO op. Deze rederij wilde de concurrentie aangaan met de Koninklijke Pakketvaart-Maatschappij (KPM), die drie jaar eerder was opgericht door de Stoomvaart Maatschappij Nederland en de Rotterdamsche Lloyd. Evenals het Engelse moederbedrijf, ook wel bekend als de Blue Funnel Line, hadden de schepen van de NSMO blauwe schoorstenen en waren zodoende bekend als de ‘blauwpijpers’.
De rederij was gericht op de vrachtvaart op het traject Amsterdam-Java. Zowel de Britse als de Nederlandse blauwpijpers vervoerden cement, ijzer en manufacturen naar Indië. Op de terugreis werden onder andere tabak, thee, koffie, specerijen, rubber, hout en dierenhuiden meegebracht. Passagiers werden niet vervoerd maar een uitzondering werd gemaakt voor moslims op pelgrimage naar Mekka, die in de havenstad Jeddah van boord gingen.
In 1978 werd de NSMO opgeheven en voeren de blauwpijpers verder onder Engelse vlag. Alleen het voormalige administratiekantoor is blijven staan, in het midden van de Borneokade. Het is omgebouwd tot een restaurant met de naam Oceano, als enige verwijzing naar de verdwenen rederij. ( Daphne Willemsen)