In 1874 kocht het echtpaar Willet-Holthuysen een gloednieuwe villa in Le Vésinet, niet ver van Parijs. Het belangrijkste vertrek was het zogeheten atelier, waar een aanzienlijk deel van Willets kunstverzameling stond opgesteld. In deze artistieke ambiance ontving Abraham zijn Franse kunstvrienden. In 1884 ging het huis in vlammen op, waarbij veel kunstschatten verloren gingen. Enkele voorwerpen konden uit de brand worden gered, zoals de eigentijdse leeuwenkandelaars van Emile Gallé die op de schouw te zien zijn. ( Bert Vreeken)
In 1874 kocht Louisa Willet-Holthuysen in Le Vésinet, een luxe parkstad bij Parijs, een nieuwgebouwde villa. Gedurende tien jaar brachten zij en haar man er de zomermaanden door. In 1884 ging het huis in vlammen op, waarbij veel kunstschatten verloren gingen. Enkele jaren eerder legde Coenraad Metzelaar het belangrijkste vertrek, het zogeheten atelier, in twee schilderijen vast (zie ook inv.nr SA 2058). Op dit doek zijn verschillende voorwerpen te zien die de brand hebben overleefd. Voorbeelden zijn twee kaststellen van Delfts blauw aardewerk die bovenop de lambrisering staan, evenals de leeuwenkandelaars op de schoorsteenmantel, de tinnen tuitkan op tafel en het vloerkleed. Ook één van kastjes links of rechts van de schouw kon uit de brand worden gered. ( Bert Vreeken)