"Zonder een Decamps zou men geen collectie kunnen beginnen en een ieder die een Decamps heeft is verloren: hij wordt verliefd op de schilderkunst, wordt gedwongen schilderijen te verzamelen, ziedaar de verzamelaar" Dat schreef de Franse kunstcriticus Téophile Thoré in 1846 naar aanleiding van de Parijse Salon waar verschillende werken van Decamps te zien waren, waaronder "Een schaapherder met zijn kudde". Zijn woorden waren van toepassing op Nederlandse verzamelaars, bijvoorbeeld Fodor kocht tussen 1844 en 1860 vijf schilderijen en zes tekeningen van Decamps. Decamps kan gerekend worden tot de schilders uit de School van Barbizon. Deze Parijse kunstenaars trokken in de jaren dertig naar de bossen van Fontainebleau en schilderden daar direkt naar de natuur.
De schaapherder met zijn kudde geeft een goed beeld van de nieuwe verbeeldingswijze. De plaatsing van grote menselijke gestalten in het landschap was een betrekkelijk nieuw fenomeen dat andere expressiemiddelen vereiste dan het stofferen van een natuur-tafereel. Decamps vond een eigen oplossing voor dit probleem; de schaapherder werd niet ondergeschikt aan het landschap afgebeeld maar in een gespannen evenwicht met de omringende 'barre' natuur. ( Gusta Reichwein)