Tentoonstellingstekst
Sinds 1611 was de Beurs, op het Rokin bij de Dam, het dagelijkse ontmoetingspunt van kooplieden en makelaars uit binnen- en buitenland. Behalve allerhande goederen wisselden er ook aandelen, obligaties en andere waardepapieren van eigenaar. Vanwege de economische groei moest het beursterrein in 1668-’70 worden vergroot. Het nieuwe gedeelte is hier afgebeeld. ( Laura van Hasselt)
De Beurs, die in 1608-’13 naar ontwerp van Hendrick de Keyser werd gebouwd, stond op het Rokin, net ten zuiden van de Dam. In 1668-’70 werd de Beurs vergroot naar een ontwerp van Daniel Stalpaert. Kort na deze verbouwing schilderde Job Berckheyde de nieuw gebouwde kant van de binnenplaats van de beurs. Door de arcaden links is nog net het standbeeld van Mercurius te zien, dat op de nieuwe classicistische gevel werd geplaatst.
De groepen handelaren staan overal op de binnenplaats, maar vooral onder de arcaden. Daar was aangeplakt waar de kooplieden te vinden waren en op welke steden zij handel dreven. De twee oriëntaalse heren, met bonte kleding en hoofddeksel, tonen de beschouwer dat de beurs van Amsterdam het centrum van internationale handel was. Op het schilderij is het, te oordelen aan de stand van de zon, even na twaalven. De beurs is net begonnen. Er werd gehandeld tussen twaalf en twee uur ’s middags. De vele aanscherpingen van de keuren tonen wel aan dat handelaren niet zelden voor openingstijd en na sluitingstijd van de beurs de Dam gebruikten als alternatieve beursvloer. Blijkbaar riskeerden ze liever een boete dan handel mis te lopen. ( Tom van der Molen)
Catalogustekst
Toen Job Berckheyde zo’n 45 jaar na Vingboons de zuidwestelijke hoek van de Beurs schilderde, had het gebouw een aanzienlijke uitbreiding ondergaan. Naar ontwerp van Daniël Stalpaert (1615-1676) was in 1668-’70 de binnenplaats aan de zuidzijde vergroot met vijf bogen aan beide lange zijden. De toren, zo prominent bij Vingboons, werd afgebroken en in een verkleinde vorm midden boven de nieuwe, classicistische buitengevel aan Rokinzijde weer opgebouwd. Wanneer de Beurs was gesloten, konden voetgangers het Rokin oversteken via een passage langs de iets hoger gelegen binnenplaats. Deze is op het schilderij goed te zien. Doordat de twee houten middendeuren openstaan, is tegen de façade nog juist een klein stukje te zien van het Mercuriusbeeld van Bartholomeus Eggers (ca. 1637-1692), dat daar na de vergroting is aangebracht en waarvan helaas alleen de caduceus-staf bewaard is gebleven.
De gerealiseerde vergroting aan de zuidzijde zal voor Berckheyde de aanleiding zijn geweest om juist deze kant van de binnenplaats een aantal malen vast te leggen. Op deze zonnige beursdag houden de meeste makelaars zich op in de galerijen, echter niet om in de schaduw te blijven. De genummerde zuilen en plakkaten tegen de galerijwanden gaven aan waar de kooplieden waren te vinden en op welke steden zij handelden. Een enkeling heeft zich begeven op het middenplein, waar twee bont uitgedoste lieden, zonder twijfel buitenlandse handelaars, voor een kleuraccent zorgen. Te oordelen naar de stand van de zon is het na twaalven, wat in overeenstemming is met de nieuwe verordeningen van 1667, waarin de openingstijden van de beurs waren vastgelegd.
Sinds de keur van 1611 waren de openingstijden regelmatig versoepeld. In de jaren na de verbouwing van de Beurs begon de handel rond tien uur op de Dam, om zich tegen twaalf uur te verplaatsen naar de beursvloer, waar om die tijd de hekken sloten. Tegen betaling van een aalmoes voor het Aalmoezeniersweeshuis mocht men nog tot één uur naar binnen. Om twee uur hield de handel op. In de woorden van de Portugees-Joodse handelaar Josseph de la Vega in 1668: ‘De handel wordt zo onafgebroken gedreven, dat er nauwelijks een vaste plaats als zijn strijdperk kan worden genoemd; toch zijn het de Dam en de Beurs die het drukst bezocht worden, waarbij de strijd begint op den Dam van tien tot twaalf en op de beurs van twaalf tot twee (…) Hier [= op de Dam] begint ’s morgens het spel, dat duurt totdat de Beurs om twaalf uur dichtgaat, waar allen dan in een troep heen hollen, om niet te behoeven betalen wat daarvoor bepaald is als ze eenmaal gesloten is; en daar wordt dan de strijd voortgezet.’
Kennelijk voorzagen Job Berkheyde’s beursinterieurs in een behoefte. Van een van zijn Binnenplaatsen is bekend dat die in bezit is geweest van de Amsterdamse koopman Antony Deams. Toen diens verzameling in 1706 werd verkocht, was dat schilderij met ƒ 360 het duurste van de gehele veiling. Helaas is niet vast te stellen om welk exemplaar het gaat. ( Norbert Middelkoop)
Catalogus AHM 1975/'79
Een "HBerck heijde" gesigneerd exemplaar bevindt zich in Museum Boymans van Beuningen te Rotterdam (cat. 1962, nr. 1043; 82 x l03 cm); een ander, gemerkt en gedateerd "H.Berckhijde Ao 1678", was eertijds in de verzameling van de Hertog van Aremberg te Brussel (cat. 1859, blz. 125; litho ernaar op RKD). Op beide wijkt de architectuur weinig, de figuurstoffering beduidend af. Een door J. Berckheijde gemerkt gezicht op de toegangspoort tot de Beurs, waardoor men de binnenplaats ziet die op ons stuk het hoofdmotief vormt, bevindt zich in het Staedelsches Kunstinstitut te Frankfort a/M. (cat. 1966, nr. 536).
Tevoren hadden Philips (?) Vinckboons en Emanuel de Witte, respectievelijk in 1634 en in 1653, de met kooplieden bevolkte binnenplaats van de Beurs tot onderwerp voor een schilderij gekozen (I. Manke, Emanuel de Witte, Amsterdam 1963, afb. 16, 17).
De Beurs op het Rokin, gebouwd van 1608 tot 1611 naar ontwerp van Hendrick de Keyser, werd afgebroken in 1837. Links de zuidelijke ingang met het beeld van Mercurius van de hand van de Antwerpse beeldhouwer Bartholomeus Eggers. Dit beeld werd geplaatst ter gelegenheid van de verbouwing van de zuidelijke buitengevel in 1668. Het schilderij moet dus van ná die tijd dateren. ( Albert Blankert)
Tentoonstellingstekst
De Beurs, ontworpen door Hendrick de Keijser, werd tussen 1608 en 1611 gebouwd over het water van het Rokin. Dagelijks tussen twaalf en één uur kwamen de kooplieden en makelaars bijeen. De wekelijkse officiële prijslijst vermelde zo'n 600 verschillende goederen. Op elk van de 46 pilaren van de gaanderij hing een bord waarop te lezen viel welke goederen daar werden verhandeld, of in welke havens de betreffende handelaren gespecialiseerd waren. In 1668 werd besloten tot een vergroting van het gebouw. In de nieuwe achtergevel werd een groot beeld van Mercurius geplaatst. Op de beurs werd ook in aandelen, obligaties en andere waardepapieren gehandeld. het succes van de VOC en de hoge dividendbetalingen leidden tot wilde speculaties.
Job Berckheydes 17de-eeuwse gezicht op de Amsterdamse Beurs werd door Adriaan van der Hoop aangekocht in 1833 voor 500 gulden. Het schilderij toont de zuidzijde van het gebouw tijdens een levendige beursdag. Mogelijk werd het schilderij gemaakt naar aanleiding van de uitbreiding van het gebouw in 1668. Het links nog juist zichtbare Mercuriusbeeld was bij die gelegenheid geplaatst. ( Norbert Middelkoop)