Mannenfiguur tot het middel; met puntbaardje, snor en geplisseerde kraag. Hij houdt een sleutelbos in zijn opgeheven rechterhand. Half naar rechts gewend, de blik schuin naar links.
Herkomst
? Oudemannen- en Vrouwengasthuis; of Aalmoezeniers Weeshuis of het Huiszittende Armenhuis; Stadhuis, Kamer van de Hoofdcommies der Secretarie; bruikleen aan Rijksmuseum, 1892-1926
Door Scheltema vermeld als werk van een anonymus en als voorstellend: “misschien een regent van het oude Mannen- en Vrouwengasthuis”. In zijn tijd maakte het stuk deel uit van een serie mansportretten, die de nrs. 1 (ons nr. 215), 2 (ons nr. 213), 3 (ontbrak kennelijk), 4 ons nr. 214) en 5 (ons nr. 212) droegen (zie Scheltema 1864).
Oldenbourg rangschikte nr. 213 onder de door hem zelf bekeken en eigenhandig bevonden werken van De Keyser. Mij doet het schilderij kopie-achtig aan. ( Albert Blankert)