Napoleon had zijn broer Joseph Bonaparte aan Spanje als koning opgedrongen. Een nationale opstand ten gunste van Ferdinand VII, die door een Engels leger onder Arthur Wellesley - Wellingtonwerd ondersteund, eiste echter al spoedig zijn ingrijpen. Ook het koninkrijk Holland moest een contingent van drieduizend man leveren om in Spanje te dienen. Daar onderscheidde zich in een reeks harde gevechten (...) de Hollandse brigade onder Chassé, Storm de Grave en Trip. (...) Generaal-majoor Chassé stond bij de troepen als generaal bajonet bekend, omdat hij met behulp van dit wapen vaak zijn overwinningen behaalde. Chassé was de hoofdpersoon bij Durango (21 oktober 1808) bij Mesa d' Ibor (17 maart 1809). Hij was de held van Talavera, Almonacid en Ocana. Vooral bij Mesa d' Ibor in Estramadura grensde de vermetelheid van zijn troepen aan het wonderbaarlijke. Zesduizend Spanjaarden hadden zich daar in een kloof tussen twee spitse rotsen verschanst achter een stenen borstwering met zes kanonnen in batterij. Chassé 's brigade van zevenhonderd man klauterde tegen de hoogte met rotsblokken en struikgewas op en stelde zich een half uur lang bloot aan het vuur van een onzichtbare vijand. Halverwege stelde Chassé, die te voet aan de beklimming deelnam, zijn helden in slagorde op, verbood nodeloos schieten en voerde hen snel naar een punt van de berg van waaruit hij de stellingen van de vijand onder vuur kon nemen.
De Spanjaarden ontruimden die en de Hollanders maakten zich er juichend meester van. De aanval kostte slechts tien doden en vijftig gewonden. ( Dedalo G. Carasso)