(...) Na het sluiten van de vrede tussen Frankrijk en Engeland in 1360 zochten talrijke afgedankte huurtroepen hun onderhoud in roof. Ettelijke Brabantse kooplieden werden door hen uitgeschud en daarom eiste hertog Wenceslas van Brabant genoegdoening van de hertog van Gulik, in wiens land de rovers zich ophielden. Toen dit geen resultaat had, viel Wenceslas met een machtig leger Gulik binnen. Het lukte Wenceslas aanvankelijk om de verraste Guliksen bij het dorp Baesweiler met grote verliezen terug te slaan en zelfs de hertogen van Gulik en Berg gevangen te nemen. Toen snelde Eduard van Gelre echter zijn zwager, de hertog van Gulik, te hulp vanuit Holland, waar hij was om zijn bruid, de dochter van hertog Albrecht, af te halen. Eduard behaalde een totale overwinning, maar toen hij vermoeid van de strijd het helmvizier opende om ruimer adem te halen, werd hij door Herman Bier, een van zijn hofbedienden, met een pijl verraderlijk aan het hoofd gewond, zodat hij drie dagen later stierf. ( Dedalo G. Carasso)