Hoezeer de Hollandse invloed in het Sticht gedaald en de Gelderse gestegen was, bleek na de dood van bisschop Floris van Wevelinckhoven in 1393. De Hollandse graaf Albrecht wilde toen Rutger van Bronkhorst als bisschop, terwijl Willem van Gelre de voorkeur gaf aan Frederik van Blankenheim, die bisschop van Straatsburg was. Zodra Willem van Gelre in de vergadering der Utrechtse kanunniken de naam van de mededinger had vernomen stoof hij op en zei, meer bevelende dan verzoekende, tot de kanunniken: Wij willen niet bidden noch smeken, maar wij begeren dat onze neef, de bisschop van Straatsburg, gekozen wordt. Wij zullen er u heel ons leven dankbaar voor zijn. En inderdaad werd aan dit bevel voldaan. ( Dedalo G. Carasso)