Schitterend was de ontvangst van Leicester toen hij op 19 december 1586 met een talrijk gevolg in Vlissingen aankwam. Maurits, Hohenlohe en graaf Willem Lodewijk begroetten hem en in de Hollandse steden was het onthaal niet minder luisterrijk. (...) De goede verstandhouding duurde niet lang. Spoedig merkte Leicester, terecht of ten onrechte, dat men hem wantrouwde en tegengewerkte. Hij werd dit beu en keerde in november 1587 naar Engeland terug. Zijn wens om Maurits mee te nemen werd op advies van Oldenbarnevelt niet toegestaan. Herhaaldelijke verzoeken der Staten, maar vooral Parma's expedities in Zeeland deden Leicester in juli 1587 weer terugkeren, maar de verzoening was schijn. Leicester merkte dat zijn gezag niet erkend werd. Vele steden weigerden hem toe te laten en negeerden openlijk zijn bevelen. Leicester was verontwaardigd. Hij verweet de Staten-Generaal gebrek aan principes en verdeeldheid, en vertrok. Het jaar daarna overleed hij.
Leicester arriveerde op 20 december 1585 te Vlissingen. Zijn tussentijdse Engelse verblijf viel tussen 4 december 1586 en 6 juli 1587. Hij vertrok voorgoed op 16 december 1587. ( Dedalo G. Carasso)