Anno 1480. Pater Brugman maant de Friezen tot vredelievendheid, 1852
hoogte: 40 cm; breedte: 55.5 cm;
signatuur linksonder: Paul Tetar van Elven 1852
opschrift achterzijde spieraam: 55: blauw krijt
inv.nr. SA 4989 in depot
Herkomst
Jacob de Vos, Amsterdam, 1850-1853; Arti et Amicitiae, Amsterdam, 1883-1894; mevrouw A.H. de Vos-Wurfbain,1895; H. Koekkoek Jr., Amsterdam, 1895; P. Langerhuizen Lzn./D. Franken Dzn., Londen, 1895; Amsterdam Museum, Amsterdam, legaat, 1897.
Trefwoorden
Catalogustekst
In Friesland was het even onrustig als in Holland. De twisten der Schieringers en Vetkopers, der verschillende steden en edelen onderling, gaven voortdurend aanleiding tot bloedige veten. Alle pogingen om vrede te stichten waren vruchteloos. Zelfs naar geestelijken werd niet geluisterd. Een minderbroeder, Brugman genaamd, vermaande de Friezen voortdurend. Nadat hij hen weer eens krachtig had toegesproken, plaatste hij, om zijn toehoorders te beschamen, in hun midden een kind wiens vader door partijhaat was omgekomen. Brugman vroeg toen: Mijn kind, indien gij in plaats van wraak te nemen over uw vaders dood, vrede en verzoening begeert, steek dan uw rechterhand op. Het kind deed dit ogenblikkelijk, wat diepe indruk op de menigte maakte. Op den duur had de welsprekendheid van de monnik echter geen resultaat. En zo zegt men tegenwoordig nog van iemand die zijn woorden aan weerbarstige toehoorders verspilt, dat hij praat of kalt als Brugman. ( Dedalo G. Carasso)