inv.nr. SA 5019 te zien in Amsterdam Museum aan de Amstel
Herkomst
Jacob de Vos, Amsterdam, 1850-1863; legaat Arti et Amicitiae, Amsterdam, 1883-1895; mevrouw A.H. de Vos-Wurfbain, 1895; H. Koekoek Jr., Amsterdam , 1895; P. Langerhuizen Lzn/D. Franken Dzn, Londen, 1895; schenking Amsterdam Museum, Amsterdam, 1897-01-20.
Reeds in 1582 hadden de Hollandse en Zeeuwse Staten besloten om het hoge gezag aan Oranje op te dragen en hem, in plaats van Filips II, als graaf te huldigen. Wegens verschil van mening over deze akte van opdracht, was de plechtigheid uitgesteld. In 1584 zou het er echter toe gekomen zijn, maar de dood van de prins verijdelde dit. Er waren al verschillende, gelukkig mislukte aanslagen op hem gepleegd. De prins viel ten slotte als slachtoffer van de uit Bourgondië afkomstige Balthazar Geraerts. Deze had zich in Delft onder valse naam toegang tot de prins weten te verschaffen. Hij vroeg hem eerst om geld, waarmee hij pistolen kocht, en daarna om een paspoort. De tiende juli 1584, des namiddags om twee uur, wachtte Balthazar Geraerts de prins aan de trap in zijn woning op. Hij opende zijn mantel alsof hij het paspoort wilde aannemen, haalde een met drie kogels geladen pistool te voorschijn en schoot de prins neer. Willem van Oranje viel dodelijk getroffen achterover. Hij gaf de geest met de woorden: Mon Dieu, mon Dieu! aye pitié de moi et de ton pauvre peuple! De moordenaar snelde de achterdeur uit. Hij was reeds tot bij de stadswal gevlucht toen hij achterhaald en gegrepen werd. Balthazar Geraerts onderging een verschrikkelijke straf, maar toonde geen berouw over zijn misdaad.
Willem van Oranjes woorden luiden in het Nederlands: ‘Mijn God, mijn God! Ontferm U over mij en Uw arme volk!’ ( Dedalo G. Carasso)