signatuur/datering rechtsonder: Pieter van Anraadt. An.º 1675
overdracht
inv.nr. SA 7277 in depot
De regenten, ten voeten uit afgebeeld, zijn gezeten aan een tafel, die met een Turks kleed bedekt is. Links door een deuropening ziet men het uitdelen van brood aan de armen.
Herkomst
Oudezijdshuiszittenhuis, aanvankelijk in de Regentenkamer (= Comptoirvertrek); sinds 1759 in de 'zaal' op dezelfde verdieping; na 1779 in het toen gebouwde schilderijenvertrek op de zolderverdieping; Nieuwezijdshuiszittenhuis, 1808; Armenhuis, 1873; bruikleen aan Rijksmuseum, 1885
Links op de grond ligt een in tweeën gescheurd papiertje met het wapen van Amsterdam en: "Oude.zyds Huys.Arme" (foto Rijksmuseum nr. 2846). In de tentoonstellingscatalogus van 1965/66 wordt opgemerkt dat de geportretteerden zich niet in de regentenkamer bevinden, maar in een vermoedelijk gefantaseerd vertrek. Het doorkijkje links vergunt een blik op de galerij, waar brood wordt uitgedeeld aan de armen.
Houbraken schrijft over Van Anraadt, dat "hy de Regenten van 't Huiszittenhuis op de Breestraat in een stuk geschilderd heeft, 't geen byzonder word geprezen, ...". Houbraken vermeldt niet op welke plaats in het Oudezijdshuiszittenhuis het schilderij hing. Meer duidelijkheid verschaft een vondst van Oldewelt (1942). Oldewelt zet uiteen hce in 1779 op de zolderverdieping van het Oudezijdshuiszittenhuis een nieuw vertrek werd ingericht ter plaatsing van de schilderijen en citeert een besluit van de regenten "dat de grote schilderij der regenten in 1675 geschildert door van Anrade en vertonende van rechts naar links zittende de heeren Aarnout Schuyt, Casparus Commelijn, Jan van Beuningen, Anthony Hoevenaar, Aarnout van der Cruys en Ferdinant Boll (dezen waren respectievelijk 1666-1687, 1666-1693, 1673-1703, 1673-1681, 1673-1682 en 1673-1680 (Krielaart)) met den staanden Symon Leeman, hetwelk sedert 1759 uit het comptoirvertrek in de zaal, na wegneming van het stuk den Turfdrager verbeeldende, is geplaatst, naar het gemelde te vervaardigen bovenvertrek zal worden overgebracht." (Zie voor de Turfdrager cat. nr. 185).
Wagenaar (1765) was op de hoogte van de verplaatsing in 1759. Over de schilderijen in de zaal schrijft hij: "Doch een dezer stukken, het uitdeelen van Turf verbeeldende, is nu geplaatst in de Uitdeelkamer, en, in deszelfs stede, een groot Regentenstuk, in 't jaar 1675, door Pieter van Anrade, geschilderd, uit een ander vertrek, overgebragt." Het doek wordt in 1787 nog eens vermeld in een lijst van alle toenmaals in het Oudezijdshuiszittenhuis aanwezige schilderijen als "het stuk geschilderd door P. van Anrade in 1675" (Oldewelt). Kramm citeert het Jaarboek van het K.N. Instituut van 1848, blz. 131: "Deze schilderij, bij de opheffing van dat huis, in 1808, opgerold en in eene kist bewaard is nu na 31 jaren duisternis, eerst weder in het licht gebragt, en gelukkig gaaf en ongeschonden bewaard gebleven." (naar Kramm).
Betreffende de identificatie van de maker en van de voorgestelden kan het volgende worden opgemerkt: op de tentoonstelling van 1876 hing het doek als een ongesigneerde en ongedateerde Ferdinand Bol, met de opmerking dat volgens de overlevering de figuur geheel links de schilder zelf was. Six publiceerde het in 1893 als een Van Anraadt, maar trachtte ten onrechte de tweede figuur van links (Van der Cruys) te identificeren als Ferdinand Bol, waarbij hij meende dat Bol dit portret zelf in het stuk had geschilderd. Bredius toonde later aan dat de meest linkse figuur Bol moet voorstellen, hetgeen, zoals we zagen, door Oldewelts vondst van het besluit van 1779 bevestigd werd. Ook stelde Bredius al vast, dat het portret niet, zoals de catalogus van 1934 en Van Hall nog suggereren, door Bol zelf is geschilderd. Moes, die het door Oldewelt gepubliceerde document nog niet kende, vermeldde Van Beuningen, Hoevenaar, Van der Cruys en Ferdinand Bol. In plaats van Schuyt gaf hij echter Bonaventura van Dortmont, en in plaats van Casparus Commelijn Isaac Commelijn.
Oldewelt (blz. 23. e.v.) publiceerde archiefstukken die betrekking hebben op Bol's werkzaamheden in het college van regenten. Casparus Commelijn (tweede van rechts) was de auteur van de bekende "Beschrijvinghe van Amsterdam", die werd uitgegeven in 1693. ( Rob Ruurs)
Tentoonstellingstekst
In de deuropening wordt brood uitgedeeld aan Amsterdamse armen. Vooraan zien we de barmhartige regenten die dit mogelijk maken. Links zit de schilder Ferdinand Bol, die door een goed huwelijk de status van zijn opdrachtgevers heeft bereikt. De tweede regent van rechts is Casparus Commelin. Hij is de zoon van Isaac Commelin, die op de wand hier recht tegenover eveneens als regent is afgebeeld.