Het verhaal van Elisa en Naäman uit het Oude Testament (2 Kon. 5: 15-19) is een zeer toepasselijk onderwerp voor een Leprozenhuis. De Syrische krijgsheer Naäman was succesvol op het slagveld, maar hij leed aan melaatsheid (een ander woord voor lepra). Elisa raadde hem aan zich zevenmaal in de Jordaan onder te dompelen. Nadat Naäman zijn raad had opgevolgd, was hij genezen. Uit dank wilde hij Elisa belonen maar de profeet weigerde de geschenken.
De regenten van het Leprozenhuis spiegelden zich graag aan een onzelfzuchtige weldoener als Elisa. Voor de opdracht wendden zij zich tot Ferdinand Bol. Van zijn hand bevond zich al een groepsportret van de regenten in het Leprozenhuis. Dat schilderij is te zien in de schuttersgalerij van het Amsterdams Historisch Museum. ( Norbert Middelkoop)
Catalogustekst
Het verhaal van Naäman en Elisa uit het Oude Testament is door Ferdinand Bol geschilderd als zeer toepasselijke decoratie van het Leprozenhuis. De Syrische krijgsheld Naäman, legeroverste van de Arameeërs, is succesvol op het slagveld maar hij lijdt aan melaatsheid. Op aanraden van een gevangen genomen dienstbode uit het land van Israël reist hij af naar Samaria, waar de profeet Elisa hem zal kunnen genezen van zijn melaatsheid. Op aanraden van de profeet dompelt Naäman zich zevenmaal onder in de Jordaan, waarna hij is genezen. ‘Daarop keerde hij terug tot de man Gods, hijzelf met zijn gehele gevolg; en bij hem gekomen, ging hij voor hem staan en sprak: Zie, nu weet ik dat er op de gehele aarde geen God is behalve in Israël. Neem dan een geschenk aan van uw dienaar. Maar hij zei: Zowaar de Heer leeft, in wiens dienst ik sta, ik neem niets aan. En, hoewel hij bij hem aandrong, dat hij iets zou aannemen, bleef hij weigeren.’
Ferdinand Bol schilderde deze beslissende episode van het verhaal. Links is - in een aan composities van Pieter Lastman herinnerende stapeling - het gevolg van Naäman afgebeeld. Terwijl dienaren geschenken in de richting van het huis van Elisa torsen, maakt de profeet de legeroverste duidelijk dat hij niet is te vermurwen. Met het Bijbelverhaal voor ogen konden Bols opdrachtgevers zich vereenzelvigen met de onbaatzuchtige Elisa en zo hun deugdzaamheid uitdragen. Kennelijk verkoos het zittende regentencollege een verhalende voorstelling boven een groepsportret. Nu was het voor de hand liggende thema van de “Rijke man en de arme Lazarus” reeds in 1624 door Werner van den Valckert verwerkt in zijn groepsportretten voor het Leprozenhuis [SA 7418 en 7419]. Het verhaal van Naäman en Elisa bood de regenten een goed alternatief. De voorstelling hield tevens een waarschuwing in. Rechts is in de deuropening de knecht Gehazi te zien. Na het vertrek van Naäman zal hij het Syrische gezelschap achterna reizen en alsnog enkele geschenken bemachtigen. Bij terugkeer doorziet Elisa zijn dienaar en straft hem met melaatsheid. ( Norbert Middelkoop)
Catalogus AHM 1975/'79
Wagenaar schrijft over het Amsterdamse leprozenhuis: "Ook hangt, in 't Portaal, de geschiedenis van Naäman de Syriër, konstiglyk door Ferdinand Bol, geschilderd". Het verhaal is ontleend aan het Oude Testament (2 Kon. 5:15-19). De Syrische krijgsoverste Naäman wordt ter genezing van zijn melaatsheid naar de profeet Elisa verwezen. Op diens aanraden dompelt hij zich zeven maal in de Jordaan, waarna hij genezen is. Naäman gaat dan naar Elisa toe en wil hem rijkelijk belonen. De profeet wijst de geschenken echter met klem van de hand. Die laatste episode is afgebeeld. Vermoedelijk identificeren de regenten van het Leprozenhuis zich met de onkreukbare Elisa.
Rechts in de deuropening kijkt Elisa's dienaar Gehazi tie. Hij kon als voorbeeld dienen voor de dienaren die in het Leprozenhuis een volle dagtaak hadden. Als Naäman definitief vertrokken is, reist Gehazi hem na en praat onder valse voorwendsels geschenken voor zichzelf van hem weg. Als hij bij Elisa is teruggekeerd stuurt die hem voor straf weg: "melaats, wit als sneeuw". Ook de dienaren van het Leprozenhuis werden, door de regenten, gestraft als zij corrupt leken of bleken.
De hurkende man in het midden en de man direct links van hem ontleende Bol aan een prent van Rubens. De torsende man nog meer naar links komt net zo voor op twee andere schilderijen van Bol (zie uitvoeriger: Blankert).
Goetz onderscheidt vier typen Aziatische parasollen, die op Nederlandse 17de eeuwse schilderijen voorkomen. De parasol links op het schilderij zou Japans of Chinees van vorm zijn en Pieter Lastman zou dit type in de schilderkunst geïntroduceerd hebben, waarna Rembrandt en een hele reeks van diens leerlingen het overnamen. ( Albert Blankert)
Tentoonstellingstekst
In opdracht van de regenten van het Leprozenhuis schilderde Ferdinand Bol deze bijbelse voorstelling (2 Kon. 5:15-19). De Syrische krijgsoverste Naäman wordt ter genezing van zijn melaatsheid naar de profeet Elisa verwezen. Op diens aanraden dompelt hij zich zevenmaal onder in de Jordaan, waarna hij is genezen. Naäman gaat opnieuw naar Elisa, nu om hem rijkelijk te belonen. De profeet weigert de meegebrachte geschenken echter met klem. Deze episode van het verhaal is door Bol afgebeeld. Vermoedelijk wilden de opdrachtgevers zich identificeren met de onkreukbare Elisa. ( Norbert Middelkoop)