Waterpartij met beelden en gebouwen in een park. Op de voorgrond twee sfinxen als fonteinen, in het midden een vijver en daarachter een beeld van Neptunus in zijn wagen getrokken door vier witte paarden
Herkomst
Koepel van de Hortus Botanicus, Amsterdam; overgenomen door de gemeentearchivaris,1862; Stadhuis, kamer van de Wethouder van Onderwijs; bruikleen aan Rijksmuseum, 1885-1965
In de achtergrond Neptunus op een zegekar (Scheltema). In catalogus tentoonstelling 1957 betiteld als "Ansicht eines römischen Parks". Belichting, vegetatie en architectuur moeten kennelijk samen een zuidelijke sfeer oproepen. De Moucheron vervaardigde zulke stukken veelal in series, bedoeld om de bovenste helft van de betimmering van een vertrek op te vullen. In zo'n vertrek moest men de indruk krijgen zich in een soort priëel te bevinden (zie hierover: A. Blankert, op. cit. blz. 223, nr. 142). Dergelijke door De Moucheron gedecoreerde vertrekken zijn nog (goeddeels) intact bewaard in de huizen Herengracht 168 en 475 (foto's op RKD). Vooral de decoraties van Herengracht 475 lijken zo sterk op cat.nr. 287 dat het stuk m.i. zeer goed ook tot zo'n ensemble kan hebben behoord.
Mevrouw Bienfait toonde aan dat zulke "zuidelijke en theatraal aandoende" parken ook in het echt in Nederland werden aangelegd. Een dergelijke ronde vijver met gelijksoortige bouwsels op eendere wijze eromheen gegroepeerd bestond b.v., zo blijkt uit afbeeldingen, op het landgoed Zijdebalen in Utrecht (Bienfait, blz. 223, afb. 294). Staring opperde dat ons stuk een ontwerp voor zo'n tuin zou kunnen zijn: "Slechts de cypressen doen ons on Hollands aan". Martin had geen waardering voor De Moucherons kunst en beeldde ons stuk af ter illustratie. ( Albert Blankert)