Portret van een man te paard. Naast het paard loopt een knecht.
Herkomst
Verzameling Joan Cornelis van der Hoop, Amsterdam; zijn schoonzoon Albertus Hodshon; zijn dochter Cornelia Catharina Hodshon-Roëll; haar oom Adriaan van der Hoop, 1835; legaat aan de Stad Amsterdam, 1854; Museum Van der Hoop, 1854-1885; bruikleen aan Rijksmuseum, 1885
Kunstverzamelaar Adriaan van der Hoop kocht slechts een handvol Zuid-Europese schilderijen. Dit kolossale ruiterportret kwam haast bij toeval in zijn verzameling terecht. Het had vroeger in het Amsterdamse stadhuis gehangen, in de werkkamer van zijn vader, Joan Cornelis van der Hoop. Deze had het geschonken aan zijn schoonzoon Albertus Hodshon. Adriaan van der Hoop nam het doek in 1835 voor 1200 gulden over van diens dochter.
Zowel de maker als de voorgestelde persoon zijn onbekend. Gissingen over wie de schilder is liepen in de 19de eeuw uiteen van (school van) Velazquez en Murillo tot Michelangelo Cerquozzi en de onbekende J.G. Bleeker. Tegenwoordig houdt men het voorzichtig op een anonieme schilder uit de school van Genua. Als ‘Portret van een edelman te paard’ hing het begin 20ste eeuw in het Rijksmuseum, voordat het naar het depot verdween. De prominente plaatsing is goed te zien op oude foto’s van de Van der Hoopzaal. ( Norbert Middelkoop)