In een hoog, in de breedte afgebeeld donker vertrek zitten aan een tafel met groen kleed tot op de grond, vijf personen. Rechts naar voren een in lichtgrijs geklede dame met een kind in kinderstoel naast zich; achter haar op de tafel leunend een wit gepruikte heer en links een in het zwart geklede oudere man met een klein meisje leunend aan zijn knie. Door het opengeschoven raam achter hen, uitblik op achtergevels.
Herkomst
verz. Stork, tot 1964; aankoop op veiling, Amsterdam (P. Brandt), 4 mei 1964, nr. 56 (als J.M. Quinckhard)
Toen dit groepsportret van Hendrik Pothoven in 1964 op een veiling werd gekocht, was er ongetwijfeld goede hoop dat de identificatie van deze familie niet lang op zich zou laten wachten. Helaas is het nog steeds een raadsel wie deze geportretteerden zijn. In een rijk interieur zijn twee mannen, een vrouw en twee kleine kinderen rond een tafel gegroepeerd. Door het raam achter de groep is een binnentuin zichtbaar en een tuinhuis met een borstbeeld. Zelfs over de rolverdeling binnen dit schilderij kan alleen maar worden gespeculeerd. Het portret tussen de ramen is ongetwijfeld van een overleden vrouw, wellicht de echtgenote van de oudere man links. Het zou logisch zijn te veronderstellen dat minstens een van de jongere volwassenen een kind is van deze man. Op basis van de volgorde waarin zij geportretteerd zijn, mag worden verwacht dat de vrouw de dochter is, met haar echtgenoot achter zich. De kleine kinderen zullen hun kinderen zijn.
De sleutel tot een identificatie ligt misschien in het tuinhuis dat door het raam te zien is. Het torentje links is de Engelse kerk op het Begijnhof. Als aan de hand daarvan vast kan worden gesteld op welk adres dit portret is gesitueerd, is allicht te achterhalen wie daar toen woonden en zijn afgebeeld. ( Tom van der Molen)
Catalogus AHM 1975/'79
In de veilingcatalogus van 1964 vermeld als: "toegeschreven aan J.M. Quinkhardt". Pas nadien werd de signatuur ontdekt.
"Waarschijnlijk zijn .. drie generaties afgebeeld: een grootvader met zijn kinderen en kleinkinderen. Het portret .. tussen de ramen zal dat van de overleden grootmoeder zijn .. de familie is afgebeeld in de achterkamer. Door het opengeschoven raam heeft men een uitzicht op de tuin en het tuinhuis, dat versierd is met borstbeelden .. De muren zijn bekleed met purper Utrechts fluweel .. Het smyrnatapijt wordt beschermd door een morskleed" (tent. cat. 1965). Intensieve pogingen van leden van de museumstaf het gezelschap te identificeren zijn tot dusver zonder resultaat gebleven. In tentoonstellingscatalogus 1971 houdt men het erop dat de dame rechts niet de (schoon)dochter is van de oude heer, maar diens tweede echtgenote. ( Albert Blankert)
Tentoonstellingstekst
Wie de door Pothoven weergegeven familie is, is niet bekend. In een achterkamer zit een grootvader in gezelschap van zijn kinderen en kleinkinderen. Het portret van zijn overleden vrouw hangt aan de wand tussen de hoge schuifvensters. Het open raam biedt een doorkijkje near een stadstuin met een tuinhuis.
Het vertrek is luxueus ingericht. Tegen de wanden, die bekleed zijn met Utrechts fluweel, hangen wandluchters met spiegels, ter weerkaatsing van het licht. Op de vloer ligt een kostbaar Smyrna tapijt dat wordt beschermd door morskleden. De stoelen met bokkenpoten staan in een rij tegen de wand. Alleen voor gebruik schoof men ze aan.
In de kinderstoel zit een peuter met een fluwelen valhoedje. Op tafel een zilveren inktpot en een bel om de huisknecht te roepen.