Jan de Bosch (1713-1785) is de centrale figuur op dit portret. Met zijn handgebaar lijkt hij ons aan de familie voor te stellen. Hij houdt het portret van zijn overleden moeder Judith Willink (1679-1747) in zijn linkerhand. Jan was een doopsgezinde boekhouder bij de Amsterdamse wisselbank. Links van hem staat zijn broer Jeronimo de Bosch II met voor zich zijn vrouw Catharina van der Heyden. Naast dit echtpaar zit de oudste broer Bernardus en zijn vrouw Margaretha van Leuvenig. Uiterst links zit de pater familias Jeronimo de Bosch I (1677-1767). Voor de tafel zit zijn dochter, Jans zuster Elizabeth met achter haar haar man Willem Schuyt, die doopsgezind predikant was. De jonge man die juist het vertrek is binnengekomen is de jongste broer Hendrik.
De familie heeft zich als kunstminnende burgers laten portretteren. Op tafel ligt een foliant met daarnaast een tekening of prent. Bernardus de Bosch en zijn vrouw kijken op van de prent in zijn hand. De kast achter de familie is een kunstkast, waarin verzamelaars hun kunstverzameling bewaarden. Op deze kastdeur is een voorstelling van Pictura geschilderd, de personificatie van de schilderkunst. Deze kastdeurbeschildering, van de hand van Jacob de Wit (1695-1754), is bewaard gebleven. Het Amsterdams Historisch Museum heeft de deur in bruikleen van het Rijksmuseum. ( Tom van der Molen)
Catalogustekst
Hoewel Tibout Regters aanvankelijk als portrettist in de voetsporen trad van zijn leermeester Jan Maurits Quinkhard, ontwikkelde hij zich als dé specialist van de Nederlandse versie van het conversatiestuk: een kleinfigurig groepsportret waarop de personen in een bepaalde interactie zijn verwikkeld. Wellicht geholpen door goede contacten in doopsgezinde kringen portretteerde hij in 1754 de kunstminnende familie De Bosch. Met een uitnodigend gebaar stelt Jan de Bosch (1713-1785) zijn familie aan ons voor. Jan was ongetrouwd en had een betrekking als assistent-boekhouder bij de Amsterdamse wisselbank opgegeven om in 1747 lid te worden van de Evangelische Broedergemeente; zoals zoveel doopsgezinden was hij tevens verzamelaar en amateurtekenaar. Van die laatste activiteiten getuigen de foliant met tekeningen of prenten op de tafel en het kunstkabinet op de achtergrond.
De heer des huizes houdt het portret vast van zijn overleden moeder Judith Willink (1679-1747). Naast hem staat zijn broer, de apotheker en kunstverzamelaar Jeronimo de Bosch II (1711-1779), direct achter diens echtgenote Catharina van der Heyden (1710-1795). Vader Jeronimo de Bosch I (1677-1767), eveneens apotheker, zit zich links aan tafel, met naast hem zijn oudste zoon, de makelaar en dichter Bernardus (1709-1786) en diens echtgenote Margaretha van Leuvenig (1705-1785). Jans zuster Elizabeth (1716-1783) zit pontificaal voor de tafel, gehuld in een opvallende satijnen japon, met achter zich haar echtgenoot, de predikant Willem Schuyt (1708-1784). De jongste broer Hendrik (1720-1771), arts en letterkundige, is juist het vertrek binnengekomen en heeft zijn hoed afgenomen. In 1767, het jaar van zijn huwelijk met Alida Ottens, zou hij Regters portretten van zichzelf en zijn vrouw laten vervaardigen. Ook andere leden van de familie wendden zich later nogmaals tot Regters. Jeronimus I en II komen beiden voor op een groepsportret van de inspecteurs van het Collegium Medicum uit 1756 [SA 1480] en van Bernardus bestaat een individueel portret uit 1759 [SA 817].
Een bewaard gebleven voortekening stelt ons in staat om Regters’ werkwijze te volgen. Zo zijn door hem de posities van de twee zittende figuren rechts lichtelijk gewijzigd. In de tekening lijkt Elizabeth te reageren op de binnenkomst van haar broer, terwijl ze op het schilderij de toeschouwer aankijkt. Aan de linkerkant van de tafel heeft Bernardus een tekening of prent in de hand gekregen. Ook de op het schilderij toegevoegde foliant en de ernaast liggende tekening of prent, waarmee de suggestie van een in gang zijnde kunstbeschouwing wordt gewekt. De houten vloer is bekleed met een Spaanse biezen mat. De opvallendste verandering ten opzichte van de tekening is echter de minder prominent weergegeven kunstkast, die niet langer openstaat. De deur is voorzien van een voorstelling van Pictura, de personificatie van de schilderkunst. Vooral de laatste verandering lijkt te duiden op een zekere bemoeienis van de veronderstelde opdrachtgever, Jan de Bosch.
Uit zijn nalatenschap werd in 1785 een driedelig kunstkabinet geveild, op een van de deuren waarvan een ‘Schilderkunst’ door Jacob de Wit voorkwam. Deze mahoniehouten deur is bewaard gebleven en bevat twee losse panelen, beide door De Wit ‘1750’ gedateerd. Onder de in grisaille geschilderde Pictura in een nis bevindt zich een kleinere grisaille, waarop een medaillon van een in het zand tekenende herder is te zien, temidden van symbolen van de Tekenkunst. De overeenkomsten met de grisailles op het schilderij zijn dermate treffend dat het wel om dezelfde deur moet gaan. De Bosch zal als trotse eigenaar van de tussen 1750 en 1754 samengestelde kast hebben gewild dat deze herkenbaar in de achtergrond van het portret werd opgenomen, wat op zich vrij uitzonderlijk is. Regters beeldde het kabinet waarschijnlijk af in zijn oorspronkelijke vorm en omvang, voordat dit werd vergroot tot een driedelig meubel dat plaats moest bieden aan De Bosch’ groeiende verzameling. Ook de bekroning van de kast, een halfrond basreliëf van Quellinus met daarbinnen een geschilderde Apollokop door De Wit werd geveild in 1785, evenals de twee borstbeelden door Ignatius van Logteren, doch toen reeds gescheiden van het meubel. Uit een schilderij dat Adriaan de Lelie omstreeks 1795 maakte voor Jan de Bosch (1753-1823), de zoon van Jeronimo II, blijkt dat ze aanvankelijk in de familie zijn gebleven om wederom een kunstkast te bekronen. Omdat het schilderij van Regters via dezelfde tak is vererfd, heeft Jan de Bosch goed kunnen weten hoe het kabinet van zijn oom er oorspronkelijk moest hebben uitgezien. ( Norbert Middelkoop)
Catalogus AHM 1975/'79
In 1817 uitvoerig beschreven door Van Eynden en Van der Willigen: "Geene der minste ons bekende werken van Tiebout Regters is het Famielje stuk van den Heere Jeronimo de Bosch ..". Geportretteerd is een zeer gegoede mennistenfamilie, waarvoor het verzamelen van kunst een belangrijke bezigheid was. Geheel links de apotheker en verzamelaar Jeronimo de Bosch (1677-1767); eveneens afgebeeld op cat.nr. 440. Naast hem zijn zoon Bernardus (1709-1986), dichter en makelaar, met zijn vrouw Margaretha van Leuvenig. Bernardus is ook afgebeeld op cat.nr. 369. Naast Margaretha staat Jeronimo jr. (1711-1779), net als zijn vader apotheker en verzamelaar van prenten, achter zijn vrouw Catharine van der Heyde (1710-1759). De man die een portret toont is de op een na jongste zoon, Jan (1713-1785). Deze had een betrekking bij de stadswisselbank, maar gaf later die post op omdat hij hernhutter werd. Ook hij bezat een kunstverzameling en was voorts zelf tekenaar. Het portret dat hij toont is waarschijnlijk dat van de overleden moeder, Judith Willink. Voor de tafel zit Elisabeth de Bosch (1716- 1783), de enige dochter. Achter haar haar man, de remonstrantse predikant Willem Schuyt (1708-1784). Geheel rechts de jongste zoon Hendrik (1720-1772), die arts en letterkundige was (naar: Pelinck). Pelinck veronderstelt dat het tafereel zich afspeelt ten huize van de zoon Jan de Bosch. Zie uitvoerig over de leden van de kunstzinnige familie De Bosch: de verhandeling van Bille. Een getekende voorstudie in zwart krijt met wit gehoogd, bevindt zich in de verzameling Mr. J.H. Westra van Holtke, 's Gravenhage (Pelinck, afb. blz. l06; Haak, afb. 1). Pelinck oppert de mogelijkheid dat de tekening niet van Regters' hand is, maar wellicht een ontwerp door Jan de Bosch. De tekening verschilt als volgt van het schilderij: de houdingen der figurer zijn anders, de vloer bestaat uit horizontale planken en het portret op de tafel is in een ovale lijst gevat. Verder is de kast in de achtergrond groter weergegeven en met de deur geopend, zodat men in de kast grote mappen ziet liggen.
In 1953 verkreeg het Rijksmuseum een beschilderde kastdeur, door Jacob de Wit gesigneerd en gedateerd I750 (afb. bij Lunsingh Scheurleer 1954; Haak; Lunsingh Scheurleer 1973). Aanvankelijk heerste er verwarring omtrent de herkomst van deze deur, maar thans staat wel vast dat het de deur van de kast is die op ons schilderij is afgebeeld (vgl. Lunsingh Scheurleer 1954 met Lunsingh Scheurleer 1973). De vrouwenfiguur in grisaille die er op is weergegeven, is de Pictura of Schilderkunst. Op de benedenzijde van de deur (niet zichtbaar op ons schilderij) is de Tekenkunst afgebeeld (Lunsingh Scheurleer 1973). De putti in het frontor dat de kast bekroont, zijn gekopiëerd naar een reliëf van Quellinus in het voormalige stadhuis (Haak, afb. 5). Daar symboliseren zij de rijkdom van Amsterdam, op deze Kunstkast wellicht het fortuin van de vermogende familie De Bosch (Lunsingh Scheurleer 1973). Het medaljon tussen de beide putti in, dat bij Quellinus oningevuld bleef, bevat op de Kunstkast een door Jacob de Wit ontworpen profielkop van de god Apollo (Lunsingh Scheurleer 1973). De verwarring omtrent de herkomst van de deur ontstond mede omdat De Wit ook voor de kunstkasten van andere Amsterdamse verzamelaars de deur beschilderde met een "Pictura", die soms in de details nauwelijks afwijkt van de onze (Lunsingh Scheurleer 1973).
Zo'n iets andere Picture van De Wits hand komt tijvoorbeeld voor op een Kunstkast die is afgebeeld op een van ca. 1800 daterend groepsportret van Jan de Bosch en zijn familie door Abraham de Lelie (verz. Mevr. W. Cnoop Koopmans; Staring 1956, pl. LVII; Haak, afb. 3; Lunsingh Scheurleer 1973, afb. 8, 8a). Extra verwarrend in dit geval is dat bovenop die kast het naar Quellinus gekopiëerde fronton is aangebracht dat ook op onze kast voorkomt. Waarschijnlijk liet Jan de Bosch dit fronton aanbrengen op zijn eigen kunstkast, nadat hii de op ons schilderij afgebeelde kast, die hij van zijn vader geërfd had, had laten demonteren (Lunsingh Scheurleer 1973). Nog andere zulke kasten zijn slechts uit veilingcatalogi bekend.
Uit een en ander blijkt de gewoonte van grote Amsterdamse verzamelaars (Pieter Locquet, Cornelis Ploos van Amstel, Gerrit Braamcamp) hun prenten en tekeningen op te bergen in speciale kasten, waarvan de decoratie zinspeelde op de inhoud (Staring 1958; Lunsingh Scheurleer 1973). Ons schilderij, waarop de kunstkast centraal staat, illustreert deze gewoonte op unieke wijze. ( Albert Blankert)
Catalogus Kopstukken 2002-'03
Op dit groepsportret hebben de apotheker Jeronimo de Bosch en zijn kinderen zich laten vereeuwigen als liefhebbers en verzamelaars van kunst. Op tafel ligt een boek waarin tekeningen worden bewaard. Verder is op de achtergrond een kunstkast te zien, bedoeld om kunstboeken horizontaal in op te bergen. De familie Bosch was doopsgezind en daarmee uitgesloten van regeringsambten, evenals de families De Clercq, Feitama en Lodewijk. Ze behoorde weliswaar tot de gegoede burgerij, maar niet tot de hoogste regentenklasse.
Links aan de tafel zit vader Jeronimo, gekleed in een ouderwets kostuum. Hij was een verzamelaar van schilderijen en prenten, een liefhebberij die zijn zonen Jan, centraal in de voorstelling, en Jeronimo, staande achter zijn echtgenote Catharina van der Heyden, van hem hadden overgenomen. Jeronimo jr. was net als zijn vader apotheker. Zoon Jan valt op door zijn sobere kleding, passend bij de levensstijl van de Hernhütters, waarvan hij lid was. Zijn hand leunt op een portret, waarschijnlijk dat van zijn overleden moeder Judith Willink. De oudste zoon Benardus zit naast zijn vader, samen met zijn echtgenote Margaretha van Leuvenig. Mogelijk houdt hij een tekening in de hand, hoewel het ook een gedicht kan zijn; behalve makelaar was Bernardus ook dichter. Dochter Elizabeth zit pontificaal voor de tafel, gehuld in een opvallende satijnen japon. Schuin achter haar is haar echtgenoot dominee Willem Schuyt en profil weergegeven. Geheel rechts staat de jongste zoon Hendrik, arts en letterkundige. Waarschijnlijk heeft de groep zich laten afbeelden in het huis van zoon Jan, omdat hij centraal in de voorstelling is afgebeeld en de kunstkast en het boek op tafel in zijn bezit waren.
Het type portret waarin de familie zich heeft laten vereeuwigen – kleinfigurig en ten voeten uit – was toentertijd nieuw. Het onderscheidt zich van vroegere familiegroepen in de wijze waarop de figuren zijn gepositioneerd: alsof ze niet alleen poseren maar tevens met elkaar in gesprek zijn. Dergelijke conversation pieces werden ontwikkeld door William Hogarth, en kwamen in Engeland al in de jaren 1730 in de mode. In Nederland was Tibout Regters in dit genre een van de specialisten.
Tentoonstellingstekst
De 77-jarige Jeronimo de Bosch (1677-1767), apotheker en prentverzamelaar, heeft zich samen met zijn kinderen laten portretteren. De Bosch zit geheel links. Om de tafel bevinden zich zijn drie zoons en een dochter met hun echtgenoten. Een vierde zoon, Hendrick de Bosch, is zojuist binnengekomen. Het portret op de tafel stelt waarschijnlijk hun overleden moeder voor, Judith Willink. Op de achtergrond is een kunstkast afgebeeld, waarin tekeningen en prenten werden bewaard. Het meubel werd in 1750 beschilderd door Jacob de Wit. De deur, met een voorstelling van ‘Pictura’, de personificatie van de schilderkunst, wordt bewaard in het Rijksmuseum. Tibout Regters was een van de belangrijkste portretschilders van zijn tijd. Hij werkte vooral in opdracht van Amsterdamse families en instellingen.
Tentoonstellingstekst
Met een uitnodigend gebaar stelt Jan de Bosch (1713-1785) zijn kunstminnende familie aan ons voor. Op tafel ligt een foliant waarin tekeningen worden bewaard en op de achtergrond staat een speciale kast om ze in op te bergen.
De heer des huizes houdt het portret vast van zijn overleden moeder. Naast hem staat zijn broer, de apotheker en kunstverzamelaar Jeronimo de Bosch II (1711-1779), direct achter diens echtgenote. Vader Jeronimo de Bosch I (1677-1767), zit zich links aan tafel, met naast hem zijn oudste zoon Bernardus en diens echtgenote. Jans zuster Elizabeth zit pontificaal voor de tafel, gehuld in een opvallende satijnen japon, met achter zich haar echtgenoot. De jongste broer Hendrik is juist het vertrek binnengekomen en heeft zijn hoed afgenomen. Tibout Regters was dé specialist in het portretteren van familiegroepen op klein formaat als deze. ( Norbert Middelkoop)