Tentoonstellingstekst
De handel met de Levant werd vaak bemoeilijkt door Barbarijse zeerovers, die vanuit Noord-Afrikaanse havens als Algiers en Tunis hun aanvallen deden. Zelfs varend in konvooi liep men nog risico. Zo werden de koopvaarders het ‘Salomonsoordeel’ (links) en de ‘Drie Coningen’ (rechts daarvan) eind december 1664 in de Middellandse Zee aangevallen door zeerovers.
Overmeesterde bemanningsleden en passagiers werden tot slaaf gemaakt, veelal met het doel om losgeld te verkrijgen. Familieleden, maar soms ook de stad Amsterdam, moesten zich dan inspannen om het geld voor de ‘lossing’ bij elkaar te krijgen.
Tentoonstellingstekst
Uit archiefgegevens blijkt dat de koopvaarders het ‘Salomonsoordeel’ (links) en de ‘Drie Coningen’(rechts daarvan) eind december 1664 in de Middellandse Zee waren. Toen was net eendriejarige vrede met het Turkse Rijk beëindigd.Daardoor hadden de Noord-Afrikaanse zeerovers weer volle gelegenheid de profijtelijke kaapvaart uitte oefenen. Varen in konvooi bood niet altijd soelaastegen de wendbare schepen van de kapers. Overmeesterde bemanningsleden en passagierswerden tot slaaf gemaakt, veelal met het doel omlosgeld te verkrijgen. Familieleden, maar soms ook de stad Amsterdam, spanden zich dan in het geldvoor de ‘lossing’ bij elkaar te krijgen.
Catalogus AHM 1975/'79
In de veilingcatalogus van 1967 aan B. Peeters toegeschreven. Kan echter op stilistische gronden beter toegevoegd worden aan het oeuvre van Loef, zoals wij dat kennen dankzij Renckens' reconstructie (zie hierboven).
Wellicht is het stuk identiek met: "Een Turkse zee-slag, door Loef en de oude Rietschoof", vermeld op de veiling Hilgonda Coninck, Hoorn, 24 maart 1733, nr. 33, en/of met het: "Zeegevecht tussen Venetiaanse schepen en Turkse galeien in het zicht van een Turkse stad of haven", dat te Haarlem op 23 September 1881 onder nr. 8 geveild werd (Renckens, blz. 176, cat.nrs. 23, 24).
Van twee Nederlandse schepen zijn de spiegels duidelijk te onderscheiden: de meest linkse toont het oordeel van Salomo, die rechts ervan de Drie Koningen. Uit scheepslijsten van Levantvaarders blijkt dat twee schepen, het "Salomonsoordeel" en de "Drie Coningen", zich in december 1664 in het gebied van de Middellandse Zee bevonden (K. Heeringa, Bronnen tot de Geschiedenis van den Levantschen Handel II, 1661 1726, 1917, blz. 113, 115). Dat maakt het zeer waarschijnlijk dat het uitgebeelde treffen plaatsvond aan het eind van 1664 of het begin van 1665. Uit andere bron vernemen we dat de schipper van de "Drie Coningen" Dirck Jansse Duysent heette (J.C. de Jonge, Geschiedenis van het Nederlandsche Zeewezen II, 1859, blz. 54-55).
De "Straatvaart", d.w.z. de koopvaart op Italië en de Levant, die via de Straat van Gibraltar plaatsvond, kwam vrijwel uitsluitend voor rekening van Amsterdam en de steden van het Noorderkwartier. Een bedreiging voor deze vaart vormden de "Barberijse zeerovers" die vanuit Noord Afrikaanse havens als Algiers, Tunis en Salah hun aanvallen deden. De Nederlandse koopvaarders trachtten deze dreiging te verminderen door in konvooi te varen. De door Loef afgebeelde zeeslag toont zo'n konvooi van Nederlandse schepen (al deze gegevens ontleend aan: cat. tent. 1969 en aan een over dit schilderij door de museumstaf samengesteld stencil). Een Amsterdams schip in de Middellandse Zee is ook afgebeeld op cat.nr. 312. ( Albert Blankert)
Tentoonstellingstekst
Hollandse zeevaarders probeerden het risico van een aanval van zeerovers te beperken door in konvooi te varen.
De hier uitgebeelde zeeslag toont zo'n konvooi. Links waarschijnlijk de Amsterdamse schepen 'De Drie Coningen', onder schipper Dirck Jansse Duysent, en het 'Salomonsoordeel'. Beide schepen bevonden zich in 1664 in de Middellandse zee.