Tegen een grijze gewelfde architectuur met links een donkergrijze kolomnade waaruit de olifant te voorschijn komt, staan verschillende groepen figuren. Links boven Pyrrhus in fel geel kleed met rode band, bruine laarzen en blauwe mantel met hermelijn afgezet en Luscinus in harnas met rode rok en rood/paarse mantel, helm met witte pluim. Van de twee jongetjes op de voorgrond is de linker blauw en de rechter rose gekleed. Geheel rechts is een figuur met geel kleed, rode mantel en rode baret, bruine kousen en gele schoenen. De soldaat tegen de trapleuning draagt bruin kleed en laarzen en rood-bruine mantel.
Herkomst
Veiling Fiseau, Amsterdam, 30 augustus 1797, nr. 5; veiling H. ten Kate, Amsterdam, 10 juni 1801, nr. 20, gekocht door Van Dijk; veiling H. Croese Ezn., Amsterdam, 18 sept. 1811, nr. 28, gekocht door Dupré; kunsthandel Martin B. Asscher, Londen, 1953; kunsthandel Martin B. Asscher, Londen, 1955; kunsthandel St. Lucas, ’s Graverhage, 1957; veiling, Rotterdam, Rotterdamse Kunstkring, 26 februari 1959, nr. 5; verzameling L. van Eerden, Rotterdam, 1963; van deze aangekocht, 1974
Tweede voorstudie voor het schilderij in het stadhuis (zie cat.nr. 65). Schneider en latere auteurs, die cat.nr. 66 niet kenden, meenden ten onrechte dat cat.nr. 65 het schilderij was dat op de hierboven vermelde 18de en 19de eeuwse veilingen voorkwam.
Een pentiment toont aan dat Bol de olifant eerst van een veel kleinere, dus minder vervaarlijke slagtand had voorzien. ( Albert Blankert)