Na de oorlog hadden veel jongeren moeite met het vinden van een betaalbare woning in Amsterdam. Dat terwijl veel huizen en kantoren leeg stonden, wachtend op verkoop of ‘ontwikkeling’. Dat laatste betekende vaak dat de woningen onbetaalbaar zouden worden voor gewone mensen. Vanaf de eerste pogingen in 1965 vormde kraken voor steeds meer jongeren een alternatief. Ontruimingen zorgden echter voor felle botsingen met de politie. De rellen kwamen tot een hoogtepunt in 1980, met de ontruiming en herkraak van de Vondelstraat 72 en de inhuldiging van prinses Beatrix op 30 april. Op de Dam was het feest, een paar straten verderop woedde oorlog. Nieuw-realistisch kunstschilder Jan van den Berg legde met een groot oog voor detail deze tegenstelling vast. Achter de rook doemt het feestelijk versierde Paleis op, ervoor blokkeren rijen bewapende ME’ers het zicht voor een enkele kraker, de held van de voorstelling. Een donkergrijze bivakmuts en duikbril verhullen zijn identiteit. ( Sarah Remmerts de Vries)
Tentoonstellingstekst
Op 30 april 1980 deed koningin Juliana afstand van de troon. De inhuldiging van haar oudste dochter Beatrix werd door de Amsterdamse kraakbeweging aangegrepen om actie te voeren tegen de woningnood. De leus was: ‘Geen woning, geen kroning!’
De krakersactie liep echter uit op rellen tussen herrieschoppers en de mobiele eenheid. Dit schilderij geeft een impressie van dat moment. Beleggers lieten huizen vaak leegstaan, in afwachting van verkoop of ‘ontwikkeling’. Dat laatste betekende vaak dat de woningen onbetaalbaar zouden worden voor gewone mensen. Het kraken van leegstaande woonhuizen of bedrijfspanden was dé manier om te protesteren tegen het woningbeleid.
Jan van den Berg brengt op één schilderij elementen samen die hem intrigeren.
Zijn schilderijen zijn gebaseerd op foto’s en vormen de spiegels van een eigen, imaginaire werkelijkheid. ( Jacqueline Grandjean)
30 april 1980 is de beëdiging en inhuldiging van koningin Beatrix. Met de leus 'Geen woning, geen kroning!' komen krakers naar de Dam om te protesteren tegen de woningnood en onrust te stoken. Centraal staat een persoon met een donkergrijze gebreide bivakmuts op het hoofd, een duikbril verhult de identiteit. Daarachter een rij ME’ers. Tussen de rookwolken doemt het Koninklijk Paleis op, de vlag aan de gevel is de enige verwijzing naar de nationale feestelijkheid. ( Anneke van de Kieft)