Heer in een leunstoel, in het rood gekleed en met een witte befkraag, gezeten achter een met een rood kleed bedekte tafel. Halffiguur, bijna en face, met de rechterschouder naar de toeschouwer gekeerd. Zijn blik rust op de toeschouwer. De man bladert door een boek dat op de tafel ligt. Onder het boek liggen twee ontwerptekeningen, en wel van een dijkafsluiting (?) en van een koepelkerk. Rechts op de muur in de achtergrond een ingelijste ontwerptekening.
Nicolaas Listingh (1630-1705) komt in de Amsterdamse archieven vooral voor in zijn hoedanigheid als notaris en advocaat – zijn betrokkenheid bij de boedelafstand van Rembrandt in 1658 is het bekendst. In 1663 trouwde hij met Geertruyt Spiegel, dochter van burgemeester Hendrick Dircksz Spiegel en in hetzelfde jaar werd hij kerkmeester van de Oude Kerk. In die hoedanigheid bezorgde hij niet alleen zijn neef een baan als organist maar is hij ook medeverantwoordelijk geweest voor de aankoop van Emanuel de Witte’s Interieur van de Oude Kerk. Ook staat zijn monogram onder de ingekleurde gravure van het kerkinterieur door Justus Vingboons uit 1682-’83. Listinghs huwelijk, dat kinderloos bleef, had tot gevolg dat de advocaat nooit zou doordringen tot de hoogste ambten in de stadsregering, dit in tegenstelling tot sommige van zijn voorouders. Een machtsstrijd tussen Spiegel en Gillis Valckenier, die in het voordeel van de laatste was beslist, belette eventuele ambities in die richting. Het heeft er wellicht toe bijgedragen dat Listingh zich naast zijn broodwinning en kerkmeesterschap heeft ontwikkeld tot bouwkundige. Van 1684 tot 1695 werkte hij aan de plannen voor een ronde kerk, te bouwen op de Botermarkt, het huidige Rembrandtplein. Wie tegenwoordig de Oude Kerk bezoekt, treft daar het 4,95m hoge houten model aan.
Niet als rechtsdienaar of kerkmeester maar als bouwkundige heeft Listingh zich door Arnold Boonen laten vereeuwigen. De bejaarde kerkmeester toont met gepaste trots zijn voortbrengselen als architect. Direct herkenbaar is de gravure van de nooit gebouwde kerk, gepubliceerd tussen 1695 en 1700. Er bovenop ligt een ander ontwerp: het voorstel voor een verbetering van de constructie van dijken, aangeboden na de doorbraak van de Muiderdijk op 5 april 1702. Op de achtergrond hangt aan de muur Listinghs evenmin uitgevoerde ontwerp voor de overkapping van de burgerzaal van het Stadhuis op de Dam.
In de inventaris van Listinghs boedel, opgemaakt na zijn dood in oktober 1705, worden behalve een flinke bibliotheek, vele schilderijen en een verzameling penningen maar liefst drie portretten van de overledene genoemd, benevens een stel tegenhangers van hemzelf en zijn vrouw: ‘’t ovaal ƒ 15,-; een mettet corpus, kerk, kap etc., ƒ 25,-; een dito met een zandloper door Bakhuysen gedaan ƒ 10,-.’ Het mag frappant worden genoemd dat het laatste, nu onbekende portret beduidend minder waard werd geacht dan het tweede, dat zich vanwege de omschrijving direct als dat van Boonen laat herkennen.
Het kleine schilderij, dat gesigneerd is en gedateerd 1702, verraadt ontegenzeggelijk de invloed van Nicolaes Maes. Niet lang na zijn vestiging in Amsterdam in 1696 werd Boonen, eveneens uit Dordrecht afkomstig, een veelgevraagd portrettist. Zo schilderde hij voor Willem Backer, die zelf door Maes is vereeuwigd [SB 2540], de portretten van al zijn kinderen [SB 2529-2533]. Boonens eerste groepsportret voor een Amsterdamse instelling dateert van 1699 [SA 988]; er zouden er nog vele volgen. Als leermeester van zowel Jan Maurits Quinkhard als Cornelis Troost moet Boonen worden beschouwd als de belangrijkste schakel tussen de 17de- en 18de-eeuwse portretkunst in Amsterdam. ( Norbert Middelkoop)
Tentoonstellingstekst
Listingh (1630–1705) was behalve advocaat ook architect. De ontwerpen op het portret zijn van een – nooit gebouwd – kerkgebouw voor de Botermarkt, het huidige Rembrandtsplein.