Na de mislukte aanslag op Amsterdam door stadhouder Willem II in 1650 werden als versterking in de Amstel twee houten blokhuizen gebouwd. Ze bevonden zich even buiten de stadsbebouwing, ter hoogte van de latere stadswal en de Singelgracht. Drie jaar later werden ze echter alweer afgebroken omdat ze de scheepvaart belemmerden. De blokhuizen zijn door Dubbels afgebeeld, gezien vanuit de stad en geplaatst in een winters decor, met ijsvermaak op de bevroren rivier. Aan de oostelijke Amsteloever, op het schilderij links, is ter hoogte van een der Blokhuizen standerdmolen De Bul te zien. Deze zou na 1661/’62 worden geplaatst op het nieuwe bolwerk H aan de Amstel, dicht bij de oorspronkelijke locatie. Ernaast is een stenen gebouw te zien, dat mogelijk hoort bij het huis Vreeburgh. De middelste molen op het schilderij van Dubbels is waarschijnlijk De Gooijer, eveneens een standerdkorenmolen. Deze molen, die in 1636 nog aan de zuidzijde van de Heilige Weg stond, wordt in 1651 voor het eerst op deze plaats vermeld. In 1661 zou de molen worden verplaatst naar het bolwerk Oosterbeer. De molen die tussen de Blokhuizen is afgebeeld, zal de Kopermolen zijn, die zich verderop aan de Amstel bevond.

Het ijsgezicht met de Blokhuizen vormt een uitzondering in Dubbels’ oeuvre. De kunstenaar schilderde vooral zee- en kustgezichten en winterlandschappen zonder dergelijk herkenbare topografische elementen. Als het hoofdwerk van de meester geldt zijn Vloot bij Den Helder, meer dan tien jaar na de Blokhuizen geschilderd. Hoewel de voorstelling algemeen wordt gesitueerd in de wateren tussen Den Helder (rechts) en Texel (links) is de nadere interpretatie ervan aan schommelingen onderhevig geweest. Daarbij hield men het in alle gevallen op een vertrekkende vloot, door Dubbels geplaatst tegen de achtergrond van de door hem vele malen uitgebeelde kust bij Den Helder. Hierbij moet evenwel worden aangetekend dat de vloot juist de Zuiderzee opvaart, een zuidwestenwind schuin in de rug. ( Norbert Middelkoop)

Een tweede exemplaar bevindt zich in de verzameling F.L. Rissink te Leiden (foto in AHM).
Na de mislukte aanslag van stadhouder Willem II op Amsterdam in 1650 liet de stad als extra versterking aan de Amsteldijk twee houten blokhuizen oprichten, ongeveer op de plaats waar later de schutsluizen kwamen te liggen. In 1654 werden deze versterkingen echter al weer afgebroken, omdat ze het verkeer te water belemmerden. De blokhuizen zijn ook het onderwerp van twee etsen van Reinier Nooms. Op de ene zijn zij, evenals op ons schilderij, gezien van de kant van de stad; de molens ontbreken. Deze zijn wel zichtbaar op de andere ets, waarop de blokhuizen scheef van terzijde te zien zijn (etsen BARTSCH, nrs. 3 en 94). De blokhuizen zijn afgebeeld vanaf de Zuidzijde op cat.nr. 510. Nader over de blokhuizen: zie Schade van Westrum. ( Albert Blankert)

Na de mislukte aanslag op Amsterdam door stadhouder Willem II in 1650 werden als extra versterking in de Amstel twee houten blokhuizen gebouwd, ongeveer op de plaats van de huidige Hoge Sluis. In 1654 werden ze echter alweer afgebroken, omdat zij de scheepvaart belemmerden.
Hendrick Dubbels heeft zijn hele leven in Amsterdam gewoond en gewerkt als schilder van zeegezichten en winterlandschappen.

Na de mislukte aanslag van Willem II op Amsterdam bouwde het stadsbestuur in 1651 twee blokhuizen of forten in de Amstel, ter hoogte van het huidige Amstel Hotel.
De gebouwen werden als in 1654 afgebroken omdat zij de doorstroming van het water belemmerden en omdat het stadsbestuur de verdediging van Amsterdam op andere leest ging schoeien.

Na de mislukte aanslag op Amsterdam door stadhouder Willem II in 1650, werden als extra versterking in de Amstel twee houten blokhuizen gebouwd, ongeveer op de plaats van de huidige Hoge Sluis. In 1654 werden ze alweer afgebroken omdat zij de scheepvaart belemmerden.
Dubbels was schilder van zeegezichten en winterlandschappen. Op dit schilderij is het echt winter. Op de voorgrond, naast de man die zijn handen warmt aan een vuurpot, zit een jongen op een prikslee. Links spelen twee mannen kolf. Rechts achter de man die een slee voortduwt, is iemand gevallen. Hij heeft een ijshaak in de hand. Veel schaatsers hadden een ijshaak bij zich om zich te kunnen redden als ze in een wak reden of door het ijs zakten.

Na de mislukte aanslag op Amsterdam door stadhouder Willem II in 1650 werden als versterking in de Amstel twee houten blokhuizen gebouwd.
Drie jaar later werden ze echter alweer afgebroken omdat ze de scheepvaart belemmerden. Hendrick Dubbels woonde en werkte zijn gehele leven in Amsterdam. Hij schilderde vooral zee- en kustgezichten en winterlandschappen. Ook de blokhuizen zijn door hem, gezien vanuit de stad, geplaatst in een winters decor, met ijsvermaak op de bevroren rivier.

Amsterdam heeft muren en wallen om de stad te kunnen verdedigen, maar de brede Amstel vormt een zwakke plek. Om te voorkomen dat de rivier wordt gebruikt voor een aanval op de stad zijn er twee 'blokhuizen' gebouwd, die door schutters worden bemand. 's Winters is de Amstel een heerlijk brede schaatsbaan. Natuurlijk maken sommigen een flinke uitglijder.