etiket achterzijde doek: Guiglielmo van der Voort, geboren te Napels 1625, sterft ongetrouwd te Amsterdam, 1685, zoon van Isaac van der Voort en Magdalena Stockmans. Hij was oom van Willem Backer en Magdalena de la Court. Zijn broeder en zuster zijn door Bol geschildert en thans in het bezit van graaf Northbrook te Londen. Dit portret geschildert door Johannes de Baen (1633 1702).
bruikleen 1966
inv.nr. SB 5163 in depot
Binnen een ovaal kader, dat slechts fragmentarisch zichtbaar is, tegen een zwarte achtergrond, het portret tot buikhoogte van een staande heer, en face. Het in het midden gescheiden haar valt tot op de schouders. Okerbruine kleding ten dele bedekt door één op zijn rechterschouder bevestigde terrarode schoudermantel.
Herkomst
Verzameling Backer de Wildt; geschonken aan de Backer Stichting, Amsterdam, door F.J.E. van Lennep, 1969; bruikleen van de Backer Stichting, 1966
Etiket achterzijde: "Guiglielmo van der Voort, geboren te Napels 1625, sterft ongetrouwd te Amsterdam, 1685, zoon van Isaac van der Voort en Magdalena Stockmans. Hij was oom van Willem Backer en Magdalena de la Court. Zijn broeder en zuster zijn door Bol geschildert en thans in het bezit van graaf Northbrook te Londen. Dit portret geschildert door Johannes de Baen (1633 1702)". Over de ouders van de voorgestelde is bekend: Isaac Willemsz van der Voort van Antwerpen was van 1601 tot zijn dood in 1629 koopman te Napels. Magdalena Jansdr. Stockmans vestigde zich na de dood van haar man eerst, in 1631, te Antwerpen, daarna te Amsterdam, waar zij in 1638 hertrouwde (ELIAS II, blz. 823). Met het portret van Pieter de la Court en Catharina van der Voort "van graaf Northbrook" zal het stuk bedoeld zijn dat zich nu in de verzameling Philips te Eindhoven bevindt (W. Bernt, Die Niederländischen Maler .. I, München 1969, pl. 137).
De voorgestelde op ons schilderij, die een pseudo Romeins fantasiecostuum draagt, werd in 1625 geboren en ziet er nog jeugdig uit. Vóór ca. 1653, toen De Baen 20 was, kan het moeilijk zijn ontstaan. Wel zal het tot zijn vroege werken horen (ca. 1660). De brede, vloeiende toets blijft zijn oeuvre typeren tot ver in de jaren 1660 (vgl. het Portret van Willem III, gedat. 1667, Berlijn, Schloss; A. Staring, in: Nederlandsch Kunsthistorisch Jaarboek 1950/51, blz. 173, afb. 14). De Baen is meer bekend geworden door zijn talloze latere, veel gladder geschilderde portretten. ( Albert Blankert)