signatuur/datering links bovenaan: F. V. Mieris Fec. A° 1746.: in het handschrift van de kunstenaar
merk verso, links onderaan: Museum Fodor
: Lugt 1036
nummer verso, rechts onderaan: 118
legaat 1860-12-24
inv.nr. TA 10219 in depot
Herkomst
Veiling J. van der Marck, Amsterdam, 29 november 1773 e.v.d., Konstboek G, nr. 553: 'Frans van Mieris de Jonge. Een Binnehuis, waar in een Vrouw voor een Tafel, in de eene hand een kan houdende, en in de andere een Tinne Schotel met Broodjes; achter dezelve een Man, die haar een beuling presenteerd; en verder Huisgereedschap, uitvoerig met zwart Kryt getekend, h. 11 b. 9 duim.' (f 7:-:- aan Gildemeester); Veiling Jan Gildemeester Jansz., Amsterdam, 24 november 1800 e.v.d., Konstboek FF, nr. 4: 'Een meid met een schotel wittebrood en een melkkan, benevens een man die haar een beuling aanbied, met zwart kryt, uitvoerig behandeld; door den jongen Frans van Mieris.' (f 1:5:- aan Frelis); Collectie C.J. Fodor, legaat 1860
Frans van Mieris was een telg uit de beroemde Leidse familie van fijnschilders: Willem van Mieris (1662-1747) was zijn vader en Frans van Mieris de Oude (1635-1683) zijn grootvader. Frans de Jonge legde zich op latere leeftijd steeds meer toe op de wetenschap, wat onder meer resulteerde in een boek over de geschiedenis van Leiden.
De erotische betekenis van deze voorstelling met een man die een vrouw een worst aanbiedt, is overduidelijk: de man wil met haar de liefde bedrijven. Dit veel uitgebeelde motief bij de Leidse fijnschilders paste Frans de Jonge bijvoorbeeld ook toe in een 1744 gedateerd schilderij van een Bakker met een jonge vrouw. ( Ingrid Oud)