Veel achttiende- en begin negentiende-eeuwse tekenaars hielden zich bezig met het kopiëren van schilderijen van oude meesters, vaak in waterverf. Anna Alida de Frey (1775-1808), ook wel Aletta genoemd, was hier één van – contemporaine biograaf Roeland van Eynden noemt haar zelfs “ongemeen bekwaam.” De Frey was onderwezen in de tekenkunst door haar zwager, landschaps- en genretekenaar Jacobus Johannes Lauwers (1753-1800). Toen Lauwers met haar zus trouwde kwam hij bij het gezin de Frey in Amsterdam wonen, waar hij Anna opleidde tot tekenares en haar broer Johannes Pieter de Frey (1770-1834) tot graveur. Voordat De Frey trouwde gaf ze tekenles in Amsterdam. Toen ze in 1804 trouwde met Gerhard Pootman (ca. 1769-?), verhuisde ze naar de Duitse stad Mannheim. Hier overleed zij, vier jaar later, op drieëndertigjarige leeftijd.
De Frey was vooral populair vanwege haar waterverftekeningen naar werken van oude meesters, in het bijzonder Jan Steen (1626-1679). Ook de tekening in het Amsterdam Museum is er één naar Jan Steen: deze is gebaseerd op Een straffende schoolmeester, geschilderd tussen 1658 en 1668. Kunsthistoricus John Smith beschrijft het werk in zijn Catalogue Raisonné over Nederlandse, Vlaamse en Franse schilderkunst uit 1908 als volgt: “A School. The Composition consists of six figures, and the master is in the act of chastising a boy with a ferula.” Steen schilderde meerdere scènes met straffende schoolmeesters, maar het werk dat De Frey kopieerde is het enige waar precies zes figuren op staan. Vanaf 1760 was Jan Steens origineel in de collectie van een Catharina Backer (1689-1766) uit Leiden. Zij was een kunstenares, afkomstig uit een belangrijke Amsterdamse burgemeestersfamilie. Van 1711 tot aan haar dood woonde zij in Leiden met echtgenoot Allard de la Court van der Voort (1688-1755). Het werk is na Backers overlijden in 1766 geveild, samen met de rest van haar collectie. In 1802 duikt het werk op in Engeland.
De compositie van De Freys tekening verschilt van het origineel: waar het schilderij van Steen de deur links maar half laat zien, tekent zij deze in zijn geheel. Ook het bankje waarop het meest linkse jongetje zit, heeft ze verder doorgetrokken, evenals de lessenaar van de schoolmeester aan de rechterkant. Deze veranderde compositie komt overeen met een anonieme achttiende-eeuwse kopie van Steens schilderij. Ook andere details lijken meer op de kopie dan op het origineel: het meest rechter kindje, dat op het origineel wat meewarig kijkt, heeft bijvoorbeeld zowel op kopie als op tekening een duidelijke lach op het gezicht. Het gezicht van het meest linker jongetje is op de achttiende-eeuwse versies niet te zien, maar op Steens werk wel. De kopie is geschilderd in de periode waarin de locatie van het origineel niet bekend is. Het werk van Steen had volgens de veilingcatalogus van Backer reeds in 1766 de afmetingen die het nog steeds heeft, dus dat kan niet bijgesneden zijn. Het is aannemelijk dat De Frey dus naar de kopie heeft gewerkt; zij stond bekend om haar trouwe kopieën. Hierdoor is het niet waarschijnlijk dat zij de aanpassingen aan het werk zelf heeft verzonnen.
( Nina Reid)