Jan Hulswit (1766-1822) werd oorspronkelijk opgeleid tot behangselschilder. Hij had enkele jaren een atelier waarin hij dat vak beoefende, maar hij legde zich uiteindelijk volledig toe op de tekenkunst. Hij tekende voornamelijk landschapsscènes, vaak meerdere versies van één scène, die hij “met eenigen verandering naar ’t leven” weergaf: hij baseerde zijn tekeningen wel op de werkelijkheid, maar maakte aanpassingen om de compositie exact te krijgen zoals hij die wilde. Ook tekende hij bij kunstenaarsgenootschappen als het Amsterdamse ‘Zonder Wet of Spreuk’ en was hij bestuurslid van de Amsterdamse Akademie en de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Antwerpen.
Hulswit was ook werkzaam als schilder, en zijn werken werden aangekocht door onder andere Lodewijk Napoleon. Koning Willem I schonk één van zijn landschapsschilderijen aan de koning van Pruisen. Ook contemporaine verzamelaars als Jacob de Vos en Carel Joseph Fodor waren gecharmeerd van Hulswits werk – in de collectie van Fodor bevonden zich niet minder dan vijfentwintig tekeningen van zijn hand.
Op deze tekening is een drietal figuren te zien, rustend aan de waterkant. Twee van hen zitten aan de oever en de derde rust op een spade op de voorgrond. Links van hen is een klein steigertje te zien, rechts ligt een bootje. Een groot deel van de compositie wordt ingenomen door een wolkenlucht en twee grote loofbomen op de voorgrond en aan de horizon aan de overkant van het water bevinden zich een schip en meer geboomte.
Deze tekening is vermoedelijk de derde van drie opeenvolgend gemaakte tekeningen met deze, of een soortgelijke, compositie. Er is een duidelijk verband aan te wijzen tussen In een landschap rust een man op eene spade, Een landschap met water doorsneden (Amsterdam Museum, inv. nr. TA 10551) en Rivierlandschap met hengelaars, een tekening in het Teylers Museum (inv. nr. Y 015). Het werk in het Teylers is vele malen grover getekend dan beide werken in het Amsterdam Museum en de figuren zijn anders opgesteld (twee van hen staan op de achtergrond en de derde zit met een hengel in een bootje), maar het landschap is ongetwijfeld hetzelfde. Het is dus aannemelijk dat Hulswit de tekening uit Haarlem éérst heeft gemaakt, vervolgens Een landschap met water doorsneden en uiteindelijk, als laatste versie, de tekening die hier wordt besproken.
Waar de tekening in het Teylers Museum duidelijke compositionele verschillen vertoont, geldt dit niet voor de tweede tekening in het Amsterdam Museum. In een landschap rust een man op eene spade is overduidelijk een uitgewerkte versie van de andere tekening in de collectie van het Amsterdam Museum: Een landschap met water doorsneden. Waar die in slechts grijs is opgezet, los en relatief onnauwkeurig, is In een landschap rust een man op eene spade veel preciezer. Het enige duidelijke verschil lijkt te zijn dat de vrouwfiguur, die op de andere tekening een hengel vasthoudt, hier met lege handen staat. Hulswit heeft contourlijnen getekend in bruine inkt en de verschillende schaduwpartijen met meer detail weergegeven. Dit is vooral goed te zien in het gras op de voorgrond, dat op de andere tekening nagenoeg afwezig is en hier nauwkeurig, met kleine penseelstreken is neergezet. Partijen op de achtergrond, zoals de lucht en het scheepszeil aan de horizon, heeft Hulswit ook op deze versie vrij licht en grof gehouden, zonder contourlijnen in pen. Hierdoor creëert hij een overtuigende dieptewerking in zijn monochrome tekening.
Omdat Hulswit vaak meerdere versies van een compositie maakte, is zijn denk- en werkproces vrij goed te volgen. Uit het vergelijken van de drie tekeningen is af te lezen dat Hulswit begon met een zeer grove compositie in slechts Oost-Indische inkt, ondersteund met enkele lijnen in zwart krijt, en gaandeweg steeds preciezer ging werken tot hij tevreden was over een compositie, die hij vervolgens voltooide met bruine inkt en grotere detailwerking. Aangezien alleen de derde tekening gemonogrammeerd is, kan worden geconcludeerd dat alleen deze bestemd was voor de verkoop.
( Nina Reid)