Jacques Kuyper (1761-1808) werd al vanaf zijn achtste onderwezen in de tekenkunst, door Jan Mattias Cok en Izaak Schmidt. Later, toen hij zich meer wilde gaan toeleggen op de schilderkunst, trad hij in dienst van het atelier van behangselschilder Jurriaan Andriessen, die hem zijn karakteristieke manier van het schilderen van arcadische landschappen leerde. Hij leerde ook boetseren, van Italiaans beeldhouwer Garachi. Ondanks zijn kennis van verschillende kunstvormen, koos hij voor zichzelf uiteindelijk de tekenkunst. Hij koesterde een voorliefde voor het classicisme, maar kon vanwege zijn zwakke gezondheid niet op kunstreis naar Italië. In zijn latere jaren werd hij directeur van de Stadstekenacademie en lid van het Koninklijk Hollands instituut.
Op twee tekeningen (inv. nr. TA 10638 & TA 10639) is het feest op de Dam te zien. De Bataafse Republiek en Frankrijk hadden op 16 mei van datzelfde jaar een verbond gesloten. Voor de Batavieren was deze alliantie een vreugdevolle overwinning op de Patriotten. In diverse steden werden al snel plechtige optochten door de stad gehouden. Het Alliantiefeest in Amsterdam vond op 19 juni plaats. Het feest moest de algemene vreugde over het verbond goed weergeven, daarom moesten zoveel mogelijk burgers mee kunnen doen. Omdat zelfs de Dam werd te klein geacht voor de mensenmassa werd het feest op diverse pleinen door de gehele stad gevierd. Het Amsterdamse feest overtrof alle andere in omvang en rijkdom, door de gehele stad stonden grote bouwsels met beschilderingen die ieder een eigen boodschap hadden. Deze boodschap varieerde van het eren van de kunsten en wetenschappen tot de vernietiging van het stadhouderschap en de oude grondwet. De decoraties werden door de nieuwe machthebbers aangegrepen om hun politieke ideeën te verspreiden.
Beide tekeningen laat het feest op de Dam zien, vanuit noordelijke en zuidelijke richting. Op het Plein der Revolutie (zoals de Dam tijdens het feest werd genoemd) is een mensenmassa rondom een grote gedecoreerde paal te zien. Het was een gebruik om rondom deze ‘vrijheidsboom’ te dansen. Ook is er op de tekening een rookwolk te zien, het gaat hier waarschijnlijk om het verbranden van wapenborden, oranjeversiersels en een juk, allen herinneringen aan de voorgaande regering. De lijken waarheidsgetrouw, toch zijn ze waarschijnlijk in het atelier vervaardigd. Door de hoeveelheid figuren en details lijkt het onmogelijk dat Kuyper dit op het moment zelf vastgelegd heeft. Het blad is ook redelijk groot, waardoor de hanteerbaarheid in de openbare ruimte tijdens een feest niet optimaal moet zijn geweest. Een ander argument voor een werk dat in het atelier is gemaakt is het bestaan van prenten van Reinier Vinkeles (1741-1816) en Daniël Vrijdag (1765-1822) die naar deze tekeningen gemaakt zijn. in Kuyper had waarschijnlijk de opdracht om de gebeurtenissen vast te leggen in het ontwerp voor een prentenserie.
Een andere tekening (inv. nr. TA 10615) is ook gerelateerd aan de prent in het Amsterdam Museum. De tekening voor een vignet van Kuyper komt terug onderaan in het midden van de prent. De decoraties heeft Kuyper overgenomen van de decoraties die op het stadhuis aangebracht waren. De originele werken zijn geschilderd door Jurriaan Andriessen (1742-1819) en helaas verloren gegaan. De middelste chassinet bestaat uit twee ineengevouwen handen rond een olijftak boven de tekst ‘verbonden 16 mey 1795.’ De linker voorstelling geeft de kracht van het verbond aan met het motto ‘Onderling voordeel geeft kracht aan het verbond 16 mey 1795.’ Op dit chassinet zijn de personificaties van de Franse en Bataafse Republiek te zien die elkaar de hand geven door een zichzelf bijtende slang van de eeuwigheid op het altaar van Mercurius. Frankrijk vertrapt het Engelse luipaard, terwijl de Republiek op het juk staat. Dit alles gebeurt onder het toezien van Vrede en het Alziend Oog. Op het rechter chassinet staat de beschermengel van de Bataafse Republiek, met in haar linkerhand zeven pijlen die tot een punt zijn verenigd. In haar andere hand een spiegel die de hemelstralen in een punt versterkt worden. Het ontstane vuur vernietigd alle bronnen van ongelijkheid. Dit representeert de eenheid en ondeelbaarheid van de Bataafse Republiek. Het motto onderaan versterkt dit: ‘Dat eens de heilzon van eenigheid ons beschijne!’ Als de tekening vergeleken wordt met de ontwerpschets voor de decoratie in het Stadsarchief Amsterdam is te zien de Kuyper de schilderingen van Andriessen bijna exact heeft overgenomen (inv. nr. 010097016347).
( Mike Hermsen)