waarborgteken binnenzijde deksel (alle): A: Minervakop met letter A
: Minervakop met A= keurkamer Amsterdam
gehalteteken onderzijde bodem: 1: leeuw eerste gehalte
jaarletter binnenzijde deksel (alle): S: jaarletter S
: jaarletter S=1827
meesterteken? onderzijde bodem (alle): B&Z: meesterteken met letters B & Z onder ster in rechthoek
: bron: Verantwoordelijkheidstekens 1999, nr 50284/meesterteken B&Z= Fa. Bennewitz & Zn.
essayeursteken binnenzijde deksel (KA 3679)/onderzijde bodem (alle): S1: essayeursteken met letter S en cijfer 1 in ovaal
: bron: Verantwoordelijkheidstekens 1999, nr. 70104/essayeursteken S1= Jan Berend Schone [1837-1854]
waarborgteken rand knop/vleugelmoer binnenzijde deksel/vulring: zwaardje
: bron: Verantwoordelijkheidstekens 1997, nr. 55369/zwaardje gebruikt sedert 1813
legaat 1890
inv.nr. KA 3679 t/m KA 3682
Vier afgerond rechthoekige schalen met dito deksels, elk met gladde gewelfde wand met uitspringende geribde rand. Deksel met afgeschuinde zijden en ronde knop met twee geribde randen, de bovenzijde met filetranden. Op bodem schalen is respectievelijk: I/, II/, III/, IIII/ gegrift.
Herkomst
Legaat van mevrouw S.A. Lopez Suasso-de Bruijn, Amsterdam, 1890
In het begin van de negentiende eeuw maakten dekschalen veelal deel uit van uitgebreide serviezen (zie: Inleiding Van Benthem, p. X). Of dat het geval is geweest met deze vier schalen - mogelijk familiebezit van jonkheer P.A. Lopez Suasso (1804-1877) - is niet bekend. Omstreeks 1885 noteerde de weduwe Lopez Suasso-de Bruijn in een boekje onder meer de complete inhoud van haar zilverkast, waaronder 'Vier zilvere Schale met Deksels GK' (*Lopez Suasso-de Bruijn [ca. 1885], [p. 67] nr. 49).
Zie voor twee dekschalen, in 1816 door Jacob Hendrik Stellingwerff voor de Fa. Bennewitz & Bonebakker vervaardigd (cat.nr. KA 15960.3/4). Zie: Inleiding Vreeken, p. X. ( Bert Vreeken)