opschrift op cartouche onder schild: COOREN METERS
: KA 1378
merk op haak: AMSTERDAM: stadskeur Amsterdam
: KA 1378
merk op haak: B
: B= 1633
: KA 1378
meesterteken op haak: hart
: Johannes Lutma I
: KA 1378
Voet 1912, nr. 32; Citroen 1975, nr. 954, 955; Voet gebaseerd o; deze objecten
stadskeur: Amsterdam
: KA 1379
jaarletter: B
: B= 1633
: KA 1379
meesterteken: hart in schild
: Johannes Lutma I
: KA 1379
Voet 1912, nr.32; Citroen 1975, nr. 954, 955; Voet gebaseerd op deze objecten
trembleersteek haak
: KA 1379
inscriptie op schildje: 1.6. GILDT 3.3.: jaartal en tekst, jaartal: 1633
bruikleen 1975
inv.nr. KB 1378, KB 1379
Twee cartouchevormige platen, elk met een medaillon waarin een gedreven voorstelling van een korenmeter, staand voor een korenveld. Naast hem graan, een gevulde korenmaat en een strijkstok. De figuur houdt in zijn linker hand een schep, met zijn andere hand op de achterzijde van de bak de gemeten hoeveelheid graan aantekenend. Beide schilden geven dezelfde voorstelling vanuit een verschillend gezichtspunt weer. Het ene schild toont de korenmeter schuin op de rug, het andere schuin van voren. Rand opgebouwd uit kwabornamenten met maskerachtige vormen in het midden van onderzijde. In de bovenrand is het gekroonde wapen van Amsterdam opgenomen, in de onderrand een korenmaat met stok. Links- en rechtsboven een stok en een korenmetersschep, de laatste uit de rand stekend. Onder elk schild twee kettingen waaraan een met kwabornamenten versierde banderol met respectievelijk het opschrift: COOREN*METERS/ en: 16 GILDT 33/. Opschriften op een geruwde ondergrond.
Herkomst
Vervaardigd voor het Korenmetersgilde, Amsterdam, 1633; hoofdlieden van de Korenwegers- en Korenmeterscorporatie, Amsterdam, 1890; verzameling D. Franken Dzn., Le Vésinet, 1896; geschenk van D. Franken Dzn. aan het Rijksmuseum, Amsterdam, 1896 (4 exemplaren); bruikleen van het Rijksmuseum, Amsterdam, 1975 (2 exemplaren)
De twee exemplaren in het Amsterdams Historisch Museum maken deel uit van een reeks van vier, bestaande uit twee verschillende paren. Het andere paar bevindt zich in het Rijksmuseum te Amsterdam en vertoont een - eveneens vanuit een verschillend standpunt weergegeven - voorstelling van een korenmeter die een gevulde korenmaat met een lat afstrijkt (De Lorm 2001~2, p. 36-37 nr. 9).
Tot 1589 behoorden ook de korenmeters tot het St. Joosten- of Korendragersgilde. Daarna verenigden zij zich in een eigen gilde, waartoe in 1654 ook de korenzetters toetraden. In tegenstelling tot de korendragers werden de meters - in verband met hun verantwoordelijkheden met betrekking tot accijnzen - van stadswege aangesteld. De bij de graanhandel betrokkenen werkten nauw samen. De korenzetters moesten de maat recht zetten en houden, terwijl de korendragers er het graan in schepten of stortten, waarna het door de korenmeters afgestreken en afgemeten werd. De korenmeters kwamen bijeen in het nu nog bestaande Korenmetershuisje aan de Nieuwezijds Kolk (Van Eeghen 1951, p. 65).
Het ontwerp van de omlijsting van de schilden, of althans een zeer verwante cartouche, is later verspreid via de prentserie 'Verscheide Snakerijen', die in 1654 door Jacob Lutma, de zoon van Johannes Lutma, werd uitgegeven. Deze uitgave bevat een reeks in kwabstijl ontworpen cartouches, die in de Nederlanden veel navolging kregen. Niet alleen is de invloed zichtbaar in prenten en zilveren voorwerpen, maar ook in de architectuur, waar zij als raamomlijstingen werden toegepast (De Lorm 2001~2, p. 36, afb. 9a).
Zie over het St. Joosten- of Korendragersgilde: cat.nr. KA 6592 t/m KA 6595, tevens over functie en gebruik van begrafenisschilden.
Zie voor andere begrafenisschilden van dit gilde: cat.nrs. KA 6592 t/m KA 6595, KA 6596 t/m KA 6599, KA 6588 t/m KA 6591.
Zie voor soortgelijke schilden van andere Amsterdamse ambachtsgilden: cat.nrs. KA 13976 t/m KA 13979, KA 3698 t/m KA 3701, KB 1361 t/m KB 1364, KA 8058, KA 7458. ( Bert Vreeken)