Op 27 november 1840 arriveerden Willem II en zijn vrouw Anna Paulowna via de nieuwe Willemspoort in Amsterdam. Burgemeester Cramer heette koning en koningin welkom en daarmee was de nieuwe poort officieel geopend. De volgende dag vond de inhuldiging plaats in de Nieuwe Kerk. De koning droeg daarbij een verguld zilveren kroon, met in goud gezette gekleurde glazen steentjes en parels en een rood fluwelen binnenwerk, vervaardigd door de firma Bonebakker & Zoon.
Nadien heeft Willem II diverse malen de stad bezocht. Zo bracht hij op 29 april 1843 met zijn zoons Alexander en Hendrik een bezoek aan de Dam om de funderingswerkzaamheden voor de nieuwe beurs van J.D.Zocher Jr te aanschouwen. Hij kwam een jaar later terug om het bouwwerk opnieuw te bewonderen op 16 mei 1845, in gezelschap van drie prinsen en zijn broer Frederik. De dagen daarna kwamen ook koningin Anna Paulowna en andere familieleden het vrijwel voltooide gebouw bekijken. De koning stond er op bij de opening aanwezig te zijn, hoewel het stadsbestuur de gelegenheid op 10 september 1845 juist sober had willen houden wegens de hoge bouwkosten. Voor Willem II en zijn koninklijk gezelschap werd een uitvoerige lunch op het stadhuis bereid. Burgemeester, wethouders en raadsleden moesten de kosten daarvan, een bedrag van f 21,90 per persoon, zelf betalen.

in 1840 volgde de kroonprins zijn vader Willem I als koning op. Mogelijk was zijn inhuldiging aanleiding om Royer toestemming te verlenen voor het maken van dit portret.1 Een marmeren exemplaar ervan bevindt zich in het Koninklijk Huisarchief te Den Haag. ( Mieke van der Wal)