Deze zwarte Wildebras-pop werd in de jaren vijftig een ‘negerpopje’ genoemd. Wildebraspoppen werden gemaakt in speelgoedfabriek ’t Poppenrijk van de gebroeders Nolles in Steenwijk. Tijdens de Tweede Wereldoorlog was de tabaksfabriek van Nolles overgegaan op het fabriceren van poppen. Aanvankelijk waren die gemaakt van stof en papier-maché, maar vanaf 1957 werden de Wildebras poppen van plastic (polyetyleen) vervaardigd. Eerst met plastic gemodelleerd haar, zoals bij deze pop, en vanaf 1960 hadden de poppen ingeplant haar.
Opmerkelijk aan deze zwarte pop is dat het een westers gezicht is. In een bestaande mal werd met donkerbruin plastic een zwart popje gemaakt. Ook de ogen zijn blauw. Om te suggereren dat het een Afrikaans meisje is, heeft ze geen kleding behalve een raffia rokje. Alle andere Wildebras poppen werden wel aangekleed verkocht, sommigen in Nederlandse klederdracht.
Op websites waarop Wildebras poppen aangeboden worden, zoals deze https://www.poppenverzameling.nl/, is te zien dat later gemaakte zwarte poppen, zowel die met ingeplant als gemodelleerd haar, wel kroeshaar hebben.
Dit zwarte popje is gekocht op de Verzamelbeurs in Utrecht. Tijdens het onderzoek naar het katholieke gezin van Thienen, dat in de jaren vijftig in Amsterdam-Noord woonde, bleek dat de meisjes een ‘negerpopje’ hadden. Om dit verhaal te complementeren is deze zwarte Wildebras-pop verworven.
( Annemarie de Wildt)