Tentoonstellingstekst
Deze allegorie op de dood is gemaakt in 1663. Dat jaar stierf bij een pestepidemie meer dan tien procent van de Amsterdamse bevolking, waaronder Rembrandts geliefde Hendrickje Stoffels. Dit marmeren reliëf komt uit het Burgerweeshuis, waar veel kinderen leefden die hun ouders hadden verloren aan de pest, de ‘zwarte dood’. ( Laura van Hasselt)
Tentoonstellingstekst
In 1663, het jaar van vervaardiging van het reliëf, heerste de pest in Amsterdam, reden waarom het werk in de 19de eeuw ‘een pestlijder’' werd genoemd. Het reliëf hing - volgens de inventaris uit het midden van de 19de eeuw - in het achterste vertrek of 'cas-comptoir' van het Burgerweeshuis.
Catalogus beelden AHM 1995
volgens overlevering was dit reliëf aan Rombout Verhulst (1624-1698) toegeschreven. Veeleer toont het een stilistische verwantschap met een aan Albert Vinckenbrinck (1604/1605-1664) toegeschreven reliëf met een voorstelling van Aeneas, Anchises en Julius in het Rijksmuseum. In 1663, het jaar van vervaardiging van het reliëf, heerste de pest in Amsterdam, reden waarom het werk in de 19de eeuw 'een pestlijder' werd genoemd.
Tentoonstellingstekst
Dit reliëf wordt gemaakt in 1663, een jaar waarin de pest weer eens heerst in Amsterdam. Bij zo'n epidemie sterft al snel tien procent van de bevolking en raken de weeshuizen overvol. Zoals het Burgerweeshuis, waarin dit reliëf hangt - al hoeven de kinderen daar niet aan de dood herinnerd te worden. Hij is een vertrouwde aanwezigheid in de Hollandse steden.