JAN RETÈL
Acteur, regisseur
Bussum, 24 februari 1918 – Amsterdam, 17 augustus 1984
Jan Retèl debuteerde op achtienjarige leeftijd bij Ko Arnoldi’s Het Masker. De periode bij het
Residentie-Tooneel en de Haagse Comedie was wel de rijkste van zijn loopbaan. Rollen als
Chlestakow in Gogols De Revisor en Orpheus in Anoulh’s Orpheus en Eurydice bezorgden hem
grote faam.In deze tijd begon hij ook met regisseren, zich onderscheidend door zijn even-
wichtige, zorgvuldige benaderingswijze. In 1958 stapte hij over naar Karl Guttmans Ensemble
in Eindhoven, waarvan hij met Coen Flink korte tijd de artistieke leiding vormde. Met zijn twee-
de echtgenote Sigrid Koetse – hij was eerder getrouwd met de actrice Elisabeth Andersen- sloot
Retèl zich in 1969 aan bij de Nederlandse Comedie in Amsterdam. Hij speelde als Stefano mee
in Shakespeare’s De Storm toen de eerste tomaten werden geworpen door activisten die kritiek
hadden op het toneelklimaat in Nederland. Van 1973 tot 1980 was hij verbonden aan het
Publiekstheater. In een aantal succesvolle vrije produkties stond Retèl naast Mary Dresselhuys.
Hij speelde Norman Thayer in Gouden vijver van Thompson en ‘de man’in Turrini’s Stille nacht,
zijn laatste toneelrol. Retèl werd geprezen om zijn onderkoelde acteerstijl, die met name in
tragi-komedies zeer adequaat bleek. Maar hij was ook een komediant, met een perfect gevoel
voor subtiliteiten en nuanceringen. Naast zijn toneelwerkzaamheden was hij veelvuldig op tele-
visie te zien. Het personage Evert Terlaet in de televisiebewerking van Ina Boudier-Bakkers
Armoede zal velen zijn bijgebleven. ( Liesbeth van Stekelenburg)