Sophie Pauwels-van Biene
actrice
Rotterdam, 13 januari 1852 – Amsterdam, 11 mei 1907
“Haar kunst is die van den ernst en de studie, dat
de adel der kunst haar boven alles gaat, dat haar kunst
hooger staat dan de thans zoo vaak door onmondigen
als kunst geroemde imitatie, de gewone copie van de
ordinairste werkelijkheid, een toneelkunst die – kwam
ze in een pantomime voor- het allervolmaakst door een aap kon worden gegeven.”
In 1875 begon Sophie Pauwels-Van Biene haar loopbaan bij het gezelschap Le Gras, Van Zuylen & Haspels in Rotterdam, waar ze debuteerde als Roosje in De bruiloft van Kloris en Roosje van Bruysero. In 1877 vertok zij voor een jaar naar Antwerpen waar zij optrad onder leiding van haar leermeester, de Vlaamse acteur Victor Driessens. Daarna speelde ze tot een jaar voor haar dood bij het Nederlandsch Tooneel, later de KVHNT. In haar jeugd was Pauwels-van Biene een gewaardeerde jeune première. Zij acteerde met een sobere mimiek en had een harmonieuze, warme stem. Op latere leeftijd markeerde zij voornamelijk de mère noble in franse toneelstukken, zoals de Hertogin de Réville in Wereld waarin men zich verveelt van Pailleron. ( Liesbeth van Stekelenburg)