WILLEM ROYAARDS
Acteur, regisseur, toneelleider
Amsterdam, 21 januari 1867 – Menton, 24 januari 1929
Samen met Eduard Verkade is Willem Royaards wel de meest opzienbarende toneelper-
soonlijkheid van deze eeuw. Zijn bijdrage aan de Nederlandse toneelgeschiedenis is twee-
ledig:Royaards als toneelspeler en voordrachtkunstenaar en Royaars als toneelleider en regis-
seur. Aanvankelijk was hij adelborst te Willemsoord.In 1886 besloot hij naar de pas opgerichte
Toneelschool in Amsterdam te gaan, die hij spoedig verliet om toneelervaring in de praktijk op
te doen. Wel behaalde hij in die tijd zij MO-akte Nederlands, een studie die later goed van pas
zou komen. In 1889 trok Royaards publieke aandacht met zijn vertolking van Dr. Rank in Ibsens
Nora. Kort daarop verving hij bij het Berlijnse Residenz-Theater een uitgevallen acteur in de rol
van Svengali in Du Mariers thriller Thrilby, een leerzame ervaring die in een aantal studiereizen
resulteerde. Vol nieuwe indrukken keerde hij terug naar Nederland, waar zijn ontwikkeling plot-
seling in een stroomversnelling kwam. Met name zijn voordrachten in het Paleis voor Volksvlijt
wekten in deze tijd bewondering.
De dichterlijke Royaards vond zijn kracht in de poëzie. Hij droeg werken van Kloos, Gorter en
Multatuli voor, werd wel ‘de Tachtiger op het toneel ‘ genoemd. Ook de verzen van Vondel en
Shakespeare kwamen in deze solistische voorstellingen veelvuldig aan bod. Tijdens een engage-
ment van twee jaar bij het Deutsche Theater in Berlijn kwam Royaards in kontakt met de denk-
beelden van regisseur Max Reinhardt, die ernaar streefde verschillende toneeldiciplines te koppelen
binnen omvangrijke ensceneringen, het zogenaamde ‘ totaal-theater’. Ook werd hij geïnspireerd
door de Engelse toneelvernieuwer Edward Gordon Craig. Toch bleven Royaards’ eigen opvat-
tingen onaangetast, met name zijn specifieke omgang met taal en de nadruk die hij daarop bleef
leggen. Later, als regisseur, bleek hij in tegenstelling tot Reinhardt niet geïnteresseerd in de indi-
viduele persoonlijkheid van de acteurs; zij hadden zich volledig naar zijn inzicht en smaak te
voegen. In 1907 sloot Royaards zich aan bij Verkade, met wie hij in Larren de ‘Zomerspelen’
Elckerlyc en Lanseloet van Van Diest uitbracht. Met name het eerste was een overweldigend suc-
ces, voor het publiek een openbaring door de anti-realistische, suggestieve en sfeervolle vormge-
ving, belichting en kostuums. Verkade ging hierna zijn eigen weg, omdat hun opvattingen toch
teveel van elkaar bleken te verschillen. “Het schone dichterwoord in zijn dramatische kracht te
tonen of het door eigen kracht te dramatiseren bleef altijd een van Royaards innigste wensen.
Om de nieuwe ideeën op het punt van toneelbeeld en opvoering bekommerde hij zich daarbij
weinig. Hij wenste enkel het werk van de auteur geheel van nieuw leven te doordringen, zó dat
ook de montering tot in de kleinste details ervan doortinteld scheen”. ( Liesbeth van Stekelenburg)
Catalogus beelden AHM 1995
Aangeboden vijf jaar na het overlijden van de acteur. ( Mieke van der Wal)