Houten pop met een beschilderd hoofd. Op het hoofd een zijden mutsje met blauw borduurwerk en een rand van gouddraad. Zij draagt een jak, rok en drie onderrokken. Om de hals een ketting van rode kralen. Aan de voeten schoenen van rood leer. De pop was geen pandora (modepop) maar was gemaakt om mee te spelen.
Jak of caraco van blauwe zijde. Ronde hals. Rechte mouwen met geplooide ellenboog stukken in de vorm van een punt (varkensoren of vleugeltjes). Gevoerd met bruin gestreept katoen. Mouwstroken van crèmekleurig kant. Onderlijfje of hemd van roze (meekrap) zijde.
Rok van een blauw mengweefsel zijde met wol of linnen. Langs de zoom een gevlochten koordje. De achterzijde is langer en heeft meer plooien dan de voorzijde. De plooien zijn één kant op geplooid. Sluiting aan de rechterzijde met metalen haak.
Onderrok van sits met een rode ondergrond en bloemmotief. Langs de zoom een gevlochten rood koordje (stootband). De achterzijde is langer en heeft meer plooien dan de voorzijde. De plooien zijn één kant op geplooid. Sluiting aan de rechterzijde met metalen haak. Langs de zoom gevoerd met een brede witte strook sits met blauwe bloemen.
Onderrok van gele geglansde wol (grein). Langs de zoom een geel gevlochten koordje. De achterzijde is langer en heeft meer plooien dan de voorzijde. De plooien zijn één kant op geplooid. Sluiting aan de rechterzijde met metalen haak.
Onderste onderrok van wit katoen met ingeweven streep. Langs de zoom een wit gevlochten koordje (stootband). De achterzijde is langer dan de voorzijde. Sluiting aan de rechterzijde met metalen haak.