Toen Louisa Holthuysen in 1858 in Brussel was bracht zij een bezoek aan de schilder Portaels (1818-1895), bekend van zijn oriëntalistische portretten. Hij had reizen gemaakt naar onder meer Griekenland, Marokko, Egypte en Libanon en was sinds 1847 directeur van de Gentse Academie. Zijn gaste uit Amsterdam zag bij hem een aantal schilderijen, waaronder een bouquetière uit Triëst, een vrouw uit Caïro en een postuum portret van Portaels’ vrouw. Het laatste werk greep Louisa erg aan, vooral nadat de schilder had gezegd dat het doek ‘alles is wat van haar overschiet’. ( Bert Vreeken)