Tweedelig danspak, bestaand uit jasje en soavebroek, met rode en turqoise satijn bedrukt met voorstelling van Chinese figuren. Het jasje heeft een kraag met vier punten, net als de mouwuiteinden. Mouwen en schouders zijn van turqoise stof, het lijfje is van rode stof. De binnenzijde van de kraag is gevoerd met dezelfde bedrukte stof, maar dan in het paars.
De broek valt vanaf een strakke taille wijd tot aan de bandsluiting van de pijpen.
Het pak is gedragen door Mathilde Willink. Mathilde droeg het tijdens taplessen van Jack Bow.
In 1971 opende de Chinees-Nederlandse modeontwerpster Carla Maria Fong Leng Tsang (1937) in de P.C. Hooftstraat in Amsterdam de deuren van 'studio Fong Leng' waar kleurrijke en extravagante kleding werd verkocht. Haar creaties waren meestal van zijde met Chinese motieven erop. Haar bekendste klant was Mathilde Willink. Met haar bijzondere outfits was Mathilde in de jaren 70 van de 20ste eeuw een bekende en opvallende verschijning in het Amsterdamse straatbeeld.
Ontwerpster en kunstenares Fong Leng (1937) geldt als ‘la grande dame’ van de Nederlandse mode. Met eigenzinnige creaties en wervelende modeshows verwierf zij in de jaren ’70 en ’80 van de twintigste eeuw grote bekendheid. Haar uitbundige stijl kenmerkte zich door het combineren van verschillende materialen en het toepassen van handwerktechnieken. Studio Fong Leng, haar boetiek in de Amsterdamse P.C. Hooftstraat, werd zeer geliefd onder de Nederlandse high society. Mathilde Willink, echtgenote van schilder Carel Willink, liep bijvoorbeeld graag in Fong Lengs opvallende creaties. Tegenwoordig is Fong Leng vooral actief op het gebied van beeldende kunst en interieurdesign. ( Sarah en Dekker Remmerts de Vries, Annemarie den)
Amsterdam Museum
Onderzoek naar en fotografie van de 18e- en 19e-eeuwse kostuums van het Amsterdam Museum zijn mede mogelijk gemaakt door financiële steun van het Barbas- Van der Klaauw Fonds, het Netty van Doorn Fonds en het Prins Bernhard Cultuurfonds.