Kniebroek, nauwe pijpen, onder de knie sluitend met band en knoopjes opzij. Om het middel een brede band en zakjes. Van voren sluitend met knopen, achter met veters. Hoort bij jasje KA 3231.
Herkomst
Deze broek is samen met andere kostuumstukken en objecten uit de collectie van het AHM afkomstig uit het bezit van mevrouw Cora Franco-Mendes. Dit nalatenschap werd tijdens de Tweede Wereldoorlog beheerd door de Stichting Bewindvoering Afwezigen en Onbeheerde Nalatenschappen.
Ook het mannenpak verliest de versieringen als borduursels en kanten. Bij de donkere, sobere jas en broek wordt een licht vest en een wit hemd met een witte, omgeknoopte, das gedragen. Rond 1811 doet de pantalon zijn intrede, maar de kniebroek wordt nog wel gedragen bij ceremoniële gelegenheden. Terwijl elders in Europa al jarenlang lange broeken worden gedragen, blijft de kuitbroek in Nederland nog tot 1840 naast de pantalon bestaan. Het kapsel van de heren in deze periode is eenvoudig kort en krullend, met lange bakkebaarden. ( Annemarie den Dekker)
Het uitbundig versierde herenkostuum verdween na de Franse Revolutie (1789) ook in de rest van Europa toen het traditioneel bestaande standenstelsel werd doorbroken. Borduursels en kanten verdwenen, het pak werd donkerder en sober. Franse revolutionairen droegen met trots de lange pantalon die geïnspireerd was op de kleding van arbeiders en matrozen. De dragers ervan noemden zich ‘sans-culotten’ (zonder kuitbroek). De kuitbroek was namelijk de dracht van de verkwistende adel. De lange pantalon werd rond 1811 gebruikelijk, maar de kuitbroek werd nog wel gedragen bij ceremoniële gelegenheden. Terwijl elders in Europa elke man al lange broeken droeg, bestond de kuitbroek in Nederland nog tot 1840 naast de pantalon. ( Annemarie den Dekker)
Amsterdam Museum
Onderzoek naar en fotografie van de 18e- en 19e-eeuwse kostuums van het Amsterdam Museum zijn mede mogelijk gemaakt door financiële steun van het Barbas- Van der Klaauw Fonds, het Netty van Doorn Fonds en het Prins Bernhard Cultuurfonds