In het Amsterdamse Burgerweeshuis konden kinderen van Amsterdamse poorters (burgers met rechten om in de stad te wonen) terecht, die geen ouders of een moeilijke thuissituatie hadden. Volgens de overlevering is het Burgerweeshuis rond 1520 opgericht door Haasje Claes, een welgestelde Amsterdamse dame die begaan was met het lot van verweesde poorterskinderen. Het eerste weeshuis zou gestaan hebben tussen het Rokin en de Kalverstraat, tegenover het katholieke Sint Luciënklooster. Na de Alteratie (1578), waarbij het katholieke Amsterdam een protestantse stad werd, is het Sint Luciënklooster bestemd als nieuwe huisvesting voor de wezen. In dit gebouw, waar tegenwoordig het Amsterdam Museum gevestigd is, heeft het Burgerweeshuis tot 1960 gezeten. Deze houten autoharp van de Duitse instrumentmaker J.T. Müller is uit het Burgerweeshuis afkomstig. ( Sarah Remmerts de Vries)
Amsterdam Museum, bruikleen van Stichting Het Burgerweeshuis - Rooms Catholiek Jongens Weeshuis