Deze bronzen penning is geslagen ter gelegenheid van de oprichting van het standbeeld van Laurens Jansz. Coster te Haarlem in 1856. Onder invloed van het toenemende nationalisme richtte men in de negentiende eeuw de blik naar de vaderlandse geschiedenis. Belangrijke figuren uit dit verleden kregen standbeelden in de grote Nederlandse steden. Coster wordt, bijna uitsluitend in zijn geboortestad Haarlem, beschouwd als de vermeende uitvinder van de boekdrukkunst. Hiermee zou hij dingen naar de titel van de Duitse Johannes Gutenberg (ca. 1397-1468). Op de voorzijde van de penning is een afbeelding van het standbeeld aangebracht, met eromheen de Latijnse tekst DE ORBE MERVIT / PATRIA POSUIT / TYPOGRAPHIAE PATER, die Coster prijst als vader van de boekdrukkunst. De keerzijde toont een wolk met zonnestralen met daaronder wederom een Latijnse tekst: DISPULSIS NEBULIS / FULGET / ILLUSTRIOR (‘Schijnt helder door de opgeloste nevel’) en het jaar MDCCCLVI (1856). ( Sarah Remmerts de Vries)