In de eerste helft van de twintigste eeuw werden er door heel Nederland openluchtscholen gesticht, aanvankelijk vooral bedoeld voor kinderen met (aanleg voor) tuberculose. Men meende dat de buitenlucht die de kinderen door de open architectuur kregen, goed was voor hun gezondheid. Er volgden ook openluchtscholen voor gezonde kinderen, zoals de Eerste Openluchtschool aan de Cliostraat in Amsterdam-Zuid. Het door de architect Jan Duiker ontworpen gebouw uit 1930 kent drie verdiepingen, met zeven overdekte en vijf openluchtlokalen. De Amsterdamse Maria Johanna s’Jacob (1931-2010) zat tijdens de oorlog op deze openluchtschool. In 1940 en ’41 hield ze een aardrijkskundeschriftje bij, met onder andere beschrijvingen van haar woonomgeving en de verschillende stadsdelen van Amsterdam. ( Sarah Remmerts de Vries)