Deze twee figuren dragen geen kind. De linkervrouw is van voren afgebeeld, gehuld in een oranje sjaal en met een witte kap op het hoofd. Ze draagt in haar linkerhand een emmer en in haar rechter een schaal, die ze op haar heup laat leunen. De rechtervrouw, van links gezien, draagt een vergelijkbare kap op het hoofd, en een witte jurk met een groen schort. Ook zij laat een schaal op de heup balanceren. De onderschriften van deze twee luiden Donna di Mergellina en Chiaesa. Mergellina is vandaag de dag de naam voor het kustgedeelte van Napels, maar was tot 1880 een klein vissersdorp in de buurt van de grote stad; als de afgebeelde vrouw inderdaad uit Mergellina komt, zou haar emmer dus gevuld kunnen zijn met vis. Chiaesa betekent simpelweg kerk, maar aangezien de andere drie figuren duidelijk verbonden zijn met Napels en omgeving is het waarschijnlijk dat Dupré haar bijvoorbeeld heeft gezien bij een Napolitaanse kerk.
De strakke lijnen en klassieke verbeelding van deze figuren, met heldere kleuren en duidelijk onderschrift, suggereren dat Dupré deze tekeningen wellicht heeft willen publiceren als prenten. In dit geval zouden ze kunnen fungeren als voorbeelden voor jonge kunstenaars. Dit wordt mede ondersteund door het feit dat een veilingcatalogus van de eigen collectie van Dupré noemt dat hij ‘naar het leven geteekende Studiebeeldjes’ had getekend, ‘zeer geschikt tot lessen voor Discipelen.’ Het is mogelijk dat dit soort tekeningen hiermee bedoeld worden. ( Nina Reid)